Poots maakte zijn vertrek bekend na een bijeenkomst van de Noord-Ierse Democratische Unionisten (DUP). Givan werd met behulp van de republikeinse partij Sinn Féin geïnstalleerd als eerste minister. De politicus met deze functie wordt ook wel de premier van Noord-Ierland genoemd.

Britse media melden dat een meerderheid van Poots’ partij wilde wachten met de benoeming vanwege een langlopende kwestie over de Ierse taal. De partijleider had met Sinn Féin een deal gesloten over de invoering van een wet die de Ierse taal dezelfde status moet geven als de Engelse taal, iets wat de republikeinen hadden geëist. Daardoor kon er een nieuwe eerste minister komen. Binnen de pro-Britse partij van Poots heerste veel onvrede over de deal. Er dreigde een motie van wantrouwen.

Het vertrek van Poots draagt bij aan de politieke instabiliteit in Noord-Ierland dat te maken heeft met spanningen in de nasleep van de brexit. De politicus blijft in functie totdat er een nieuwe partijleider is gekozen. Hij was zelf de opvolger van Arlene Foster, die aftrad na kritiek op hoe ze is omgegaan met de brexit. Foster was in tegenstelling tot Poots zowel partijleider als eerste minister.