Prof. Immink voor studenten GB: Orthodox-gereformeerde traditie een zegen
De orthodox-gereformeerde traditie is een zegen, vindt prof. dr. F. G. Immink. „Wie in de traditie staat, heeft een houvast meegekregen.”
De emeritus hoogleraar praktische theologie benadrukte dat dinsdag tijdens een ontmoetingsdag voor studenten theologie in Putten, die was georganiseerd door de Gereformeerde Bond. De jaarlijkse ontmoetingsdag, die in december niet kon plaatsvinden, werd nu in twee delen gehouden. De ene groep studenten kwam ’s morgens, de andere ’s middags.
De bijeenkomst onder leiding van ds. J. A. W. Verhoeven, voorzitter van de Bond, had als thema ”Traditie en toekomst”. Daarover spraken prof. Immink en dr. A. J. Plaisier, oud-scriba van de Protestantse kerk in Nederland.
Prof. Immink wees op de waarde van traditie. „Die zie ik als een zegen. Wie in de traditie staat, heeft een houvast meegekregen. Traditie overtreft het inzicht van het moment. Het oordeel van vroegere generaties komt erin mee.” Hij zei goed te begrijpen dat traditie haaks op deze tijd staat, omdat ze gezag vraagt en persoonlijke keuzes relativeert, twee dingen die vandaag niet hoog gewaardeerd worden.
Prof. Immink ziet onder orthodox-gereformeerden een verschuiving optreden in de lezing van het klassieke avondmaalsformulier. „We moeten uitkijken dat het niet in diskrediet raakt.”
De emeritus hoogleraar wilde niet zeggen dat het „hek van de dam” is wat betreft gezangen zingen in de eredienst, maar „we moeten er wel op toezien dat de gereformeerde eredienst een psalmzingende eredienst blijft.”
Voorgeslacht
Mensen leven vooral in het heden, nu de toekomst bedreigend wordt en het verleden vol fouten blijkt te zitten, stelde dr. A. J. Plaisier. Hij betreurt het dat het op de scholen vooral gaat over burgerschap en onze plaats in de maatschappij en minder over inwijding in de cultuur. „Het is een rare rol voor het onderwijs als traditie en geschiedenis nauwelijks een rol spelen.” Traditie is belangrijk omdat God werkt in de lijn van de geslachten en Jezus in de tijd is gekomen. „De kerk is de ware democratie. Het voorgeslacht spreekt. Als je niet luistert naar je voorgeslacht, sta je met lege handen.”
Dr. Plaisier meent dat orthodox-gereformeerden zich niet moeten opsluiten in hun eigen traditie. Hij ziet een „wijd veld van inspiratie” in belendende tradities. Volgens hem kan men onder meer leren van de pinkster- en de evangelische beweging. „Laat je lijf ook meedoen. Dat wordt in de gereformeerde traditie vaak uitgeschakeld.” Hij wees op de waarde van knielen en op de muziek van Bach.
Calvijn
Tijdens de vragenbespreking zei dr. Plaisier dat het nodig is dat theologen geworteld zijn in de eigen traditie, maar zo nodig ook van het „omliggende veld” gebruik moeten durven maken.
Dr. Plaisier zei het te waarderen dat Christus voor de evangelischen een aanwezige werkelijkheid is. „Het betekent: het Koninkrijk van God is onder u. Er is behoefte om te weten wat het geloof nu betekent.”
Prof. Immink vindt het nodig dat predikanten een groot theoloog, bijvoorbeeld iemand als Calvijn, goed kennen, zodat ze een solide basis hebben. De pinkstertraditie ziet hij als een andere dan de orthodox-gereformeerde. Hij hoort evangelischen weinig spreken over verbond en verkiezing. Hij waarschuwde ook tegen het doen van een beroep op de Geest. „Wie controleert dat?”
Aan het slot maakte prof. dr. H. van den Belt bekend dat de S. van der Lindeprijs deze keer is toegekend aan Frans Hazeleger uit Woudenberg. Hij schreef een masterscriptie over de taak van de overheid in het verleden. De prijs is genoemd naar de historicus prof. S. van der Linde (1905-1995) en wordt eens per drie jaar uitgereikt aan de maker van een masterscriptie over de reformatiegeschiedenis.
De S. van der Lindeprijs werd uitgereikt door prof. dr. H. van den Belt namens het Fonds Gereformeerd Protestantisme.