‘Mbo-scholieren gediscrimineerd in zoektocht naar stage in Utrecht’
Stagediscriminatie binnen het mbo blijkt in Utrecht ook een structureel probleem. Om het probleem inzichtelijk te maken, liet de gemeente Utrecht samen met de mbo-instellingen in de stad onderzoek doen naar discriminatie bij het vinden van een stageplek en tijdens de stage zelf. Hieruit komt naar voren dat met name jonge, mannelijke studenten worden achtergesteld. De onderwijsinstellingen gaan met werkgevers in de regio om tafel om tot gelijke kansen te komen.
Het onderzoek vond plaats in de sectoren ICT, zorg en welzijn, bouw en techniek en de zakelijke dienstverlening. Sectoren waar een groot tekort is aan stageplaatsen. Het Verwey-Jonker Instituut, dat het onderzoek uitvoerde, verstuurde 577 sollicitaties van fictieve studenten naar 288 vacatures. Bovendien ondervroegen zij honderden studenten naar hun ervaringen.
Uit het persoonlijk onderzoek komt naar voren dat een kwart van de mbo’ers discriminatie ervaart bij de zoektocht naar een stageplek. Vaak hebben zij hierdoor studievertraging opgelopen. Verantwoordelijk wethouder Klaas Verschuure is geschrokken van de resultaten. Hij belooft stagediscriminatie gericht aan te gaan pakken.
Uit de fictieve sollicitaties blijkt dat jonge vrouwen meer kansen op een stageplek hebben dan hun mannelijke medestudenten. Moslimstudenten krijgen minder snel een stageplek in de ICT, maar worden weer bevoordeeld in de sector zorg en welzijn. Jongeren met een migratieachtergrond hebben minder kansen in alle sectoren, behalve in de zorg en welzijn. Daar ondervinden zij geen problemen.
De scholen erkenden dat stagediscriminatie plaatsvindt, maar doordat concrete cijfers van aard en omvang ontbraken, was het voor hen moeilijk om concreet beleid te ontwikkelen. Studenten leggen hun barrières meestal niet voor aan hun docent. De scholen gaan daarom vertrouwenspersonen aanstellen bij wie de studenten kunnen aankloppen.