Binnenland

Nederland kiest emotioneel: Fortuyn de grootste

Pim Fortuyn heet de grootste Nederlander aller tijden te zijn. Maandagavond was de finale van de verkiezing die de KRO de afgelopen anderhalve maand via Nederland 1 organiseerde. Fortuyn liet Willem van Oranje (2) en Willem Drees (3) achter zich. Historicus dr. H. W. von der Dunk: „Als Pim Fortuyn objectief de grootste Nederlander zou zijn, dan zou Nederland een land van debielen zijn en dat is het toch niet.”

Tineke van der Waal
16 November 2004 11:31Gewijzigd op 14 November 2020 01:53

Maandag al fulmineerde Von der Dunk op Radio1 dat een verkiezing van Fortuyn als grootste Nederlander een blamage voor Nederland zou zijn, een naam om je in het buitenland voor te generen. Ook figuren die tijdens het programma als pleitbezorger voor hun held hadden opgetreden, reageerden na de verkiezing teleurgesteld. Tv-theologe Jacobine Geel, die Willem van Oranje promootte: „Een signaal heeft gewonnen, niet de grootste Nederlander. Dat maakt me niet vrolijk.” PvdA-leider Bos, ambassadeur van Willem Drees, feliciteerde Fortuyn-ambassadeur Yoeri Albrecht: „Maar ik denk dat iedereen nog steeds zijn eigen grootste Nederlander heeft.”

Fortuyn voerde al zeven uitzendingen de toptien aan. Alleen de eerste keer stond Willem van Oranje aan kop, oud-premier Drees daarna twee keer. In de toptien waren uit een groslijst van 200 Nederlanders verder Anne Frank, Antoni van Leeuwenhoek, Johan Cruijff, Rembrandt van Rijn, Vincent van Gogh, Erasmus en Michiel de Ruyter beland.

Veertigduizend mensen stelden in april de toptien samen. In de afgelopen weken deden tien ambassadeurs hun best hun grootste te promoten. Elke uitzending lichtte een persoon eruit. Het publiek kon telefonisch en via de website op de negen mannen en de ene vrouw stemmen. De dag voor de finale-uitzending, zondag, waren zo’n 370.000 stemmen uitgebracht. Kijkers konden, net als bij politieke verkiezingen, via een stemwijzer op internet zich laten helpen bij het bepalen van hun keus. Gisteravond keken ruim een miljoen mensen naar het programma.

Het programma past in de trend om het historisch besef wat op te poetsen en geschiedenis populair te maken. Zo was er onlangs de Week van de Geschiedenis en een Nacht van de Geschiedenis. Het Historisch Nieuwsblad scoort de laatste jaren goed en ook daar is de aanpak wat populistisch.

De KRO keek het spel af van Engelse en Duitse collega’s. Twee jaar geleden organiseerde de BBC een verkiezing van ”Greatest Britons”, een programma dat bij het publiek in de smaak viel. De Duitse ZDF kopieerde het snel en was net zo succesvol. De finale-uitzending van ”Unsere Beste” werd door meer dan 20 procent van het kijkerspubliek gezien. Inmiddels zijn verkiezingen voor de grootse Arabier en de grootste Fin begonnen. De grootste Rus, de grootste Zuid-Afrikaan, de grootste Georgiër en de grootste Canadees zijn in de maak.

Eigenlijk is zo’n verkiezing in Nederland opvallend en nogal on-Nederlands. Nederlanders houden al eeuwen van gelijkheid en gematigdheid. Een hoofd boven het maaiveld wordt niet gewaardeerd. Ooit waren we een wereldmacht, maar ook toen gold: „Doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.”

De Nederlandse verkiezing onthult een verschil met de Britse en de Duitse. Kwam Winston Churchill bij de Britten als grootste naar voren, bij de Duitsers was dat Konrad Adenauer. De eerste glorieerde tijdens de Tweede Wereldoorlog, de tweede gaf naoorlogs West-Duitsland een democratisch aanzien. Ook al kijkt de meerderheid van de buren niet verder terug dan de twintigste eeuw, ze tonen meer besef van proporties dan de Nederlanders. Bij een grootste van een land hoort dat diens betekenis verder strekt dan de eigen tijd.

De tien ambassadeurs konden de Nederlandse kijker niet echt van dienst zijn. Zij moesten hun held promoten en waren niet uitgenodigd om hun evenwichtige oordeel, hun overzicht van of inzicht in de vaderlandse geschiedenis. Dat figuren zoals tv-theologe Geel, PvdA-man Bos en astronaut Kuipers respectievelijk Willem van Oranje, Willem Drees en Antoni van Leeuwenhoek mochten verdedigen, staat garant voor subjectieve en populistische praat, meer dan voor een deskundige kijk.

Dan nog is het een onmogelijke formule en blijft een verkiezing van ”de grootste” een vergelijking van appels met peren. Rembrandt had op een totaal ander gebied betekenis dan Willem van Oranje. En hoe laat een politicus zich met een zeeheld meten?

De keus in Nederland lijkt bepaald door de actualiteit en massa-emotionele reflecties. Ratio en kennis worden ingeleverd voor emoties. Gezien het verloop van de verkiezingen zouden, als de lijst later zou zijn vastgesteld, figuren als André Hazes en Theo van Gogh wellicht ook in de toptien zijn beland.

In een nog te verschijnen publicatie over de Tweede-Kamerverkiezingen van 2002 stellen politicologen Wouter van der Brug en Cees van der Eijk van de Universiteit van Amsterdam bovendien dat „van de zeven belangrijkste lijsttrekkers Fortuyn de minst populaire politicus was.” Ook had hij de verkiezingen nooit gewonnen en was hij zeker geen premier geworden. „Bovendien kregen de erven van Pim ruim baan om vrome woorden te wijden aan zijn gedachtegoed en hielden de opponenten zich stil”, aldus Van der Brug en Van der Eijk.

Meer historiebewust Nederland kan zich troosten met het onderzoek dat opiniepeiler Maurice de Hond onder 800 mensen hield. Niet Pim Fortuyn, maar Willem van Oranje is daar de grootste. De Vader des Vaderlands kreeg bijna eenderde (31 procent) van de stemmen en Fortuyn werd met 14 procent tweede. Van de ondervraagden vond 57 procent dat de laatste „absoluut niet” als eerste zou moeten eindigen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer