Japan niet tevreden met uitleg N-Korea
Japan is niet tevreden over het resultaat van een onderzoek van Noord-Korea naar het lot van Japanse staatsburgers die door Noord-Koreaanse spionnen zijn ontvoerd en sluit de mogelijkheid van economische sancties niet uit.
Dat heeft premier Junichiro Koizumi maandag gezegd na de terugkeer van een Japanse delegatie uit Pyongyang. De Japanners keerden uit Noord-Korea terug met een urn met de resten van een Japanse vrouw, Megumi Yokota, die 26 jaar geleden op 13- jarige leeftijd werd ontvoerd. Ook hadden zij documenten en eigendommen bij zich van zeven andere Japanners die door ziekte of verkeersongevallen zouden zijn gestorven.
Noord-Korea heeft in 2002 toegegeven in de jaren ’70 en ’80 dertien Japanners te hebben ontvoerd die Noord-Koreaanse spionnen de Japanse taal en Japanse gebruiken moesten bijbrengen. Pyongyang heeft vijf Japanners laten terugkeren en zegt dat de andere acht zijn overleden. De verschafte informatie liet echter veel vragen open, waarna Japan aandrong op nader onderzoek.
De Japanse onderzoekers kregen in Noord-Korea een man te spreken die de weduwnaar van Yokota zou zijn. Eerder had Japan al een DNA-monster gekregen van haar dochter. De Japanners wilden ook DNA van haar man om diens profiel met dan van de dochter te vergelijken, maar de man weigerde bloed of haren af te staan. Ook herhaalde Noord-Korea dat de lichamen van zes Japanners onvindbaar zijn omdat hun graven bij overstromingen zouden zijn weggespoeld.
Veel Japanners vermoeden dat de acht nog in leven zijn en ergens in Noord-Korea worden vastgehouden, samen met ten minste nog twee Japanners die vermist worden. Maar het jongste bezoek lijkt iedere hoop te hebben weggenomen dat Pyongyang met relevante nieuwe informatie over de brug komt. Op de vraag of hij economische sancties zou afkondigen, antwoordde Koizumi te willen doorgaan met „een combinatie van overleg en druk.”