„Jeugdzorg moet allochtonen volgen”
Instellingen in de kinder- en jeugdzorg moeten vooral allochtone jongeren beter volgen als zij het criminele pad op gaan. Volgens de commissaris voor jeugd- en jongerenbeleid Van Eijck worden van origine Nederlandse jongeren veel beter begeleid dan allochtonen.
Dat uit zich vooral na hun vrijlating uit de jeugdgevangenis. Vooral allochtone jongeren vervallen daarna vaak opnieuw in criminaliteit, omdat zij volgens Van Eijck veel te weinig aandacht of hulp krijgen. De vroegere staatssecretaris van Financiën voor de LPF pleit in een aanbevelingsrapport voor de regering, dat hij vrijdag zal presenteren, daarom ook voor betere begeleiding van jongeren en hun families.
Van Eijck zegt dat van alle veroordeelde jongeren in Nederland nu 75 tot 80 procent binnen acht jaar weer in criminaliteit vervalt. „Dat cijfer is, ook internationaal gezien, veel en veel te hoog.” De jongerencommissaris wil verder dat ouders eerder op de vingers worden getikt als er iets misloopt in de opvoeding. Dat mag wat hem betreft al gebeuren als een moeder niet komt opdagen voor een spreekuur bij de consultatiezorg voor pasgeboren kinderen.
Van Eijck, die maandag in Brussel overleg voerde met de EU-ministers van Onderwijs en Jongerenbeleid, ziet verder wel wat in de Franse en de Belgische aanpak om scholen ook tijdens de vakanties open te stellen. „Daarmee kan de school een centraal punt in een buurt of wijk worden.”
„De school moet hoe dan ook het centrale punt worden in de jeugdzorg”, meent hij. „Als dat betekent dat er meer geld van bijvoorbeeld het ministerie van Justitie naar Onderwijs moet gaan, dan is dat maar zo.” Hij heeft overigens veel vertrouwen in besturen van islamitische scholen. „Deze willen ook graag aan de Nederlandse samenleving deelnemen. Ik ben ervan overtuigd dat zij ervoor openstaan om de school een centrale rol te geven.”
Van Eijck is ook voorstander van de aanstelling van een aparte minister van Jongerenzaken in de volgende regering. Deze bewindspersoon zou de regie moet voeren over diverse topambtenaren die zich nu op verschillende ministeries bezighouden met jongerenbeleid. Hij ziet overigens met dezelfde werkwijze ook een speciale minister voor Ouderenbeleid of Ondernemerszaken wel zitten.
De Nederlandse gastspreker tijdens de EU-vergadering zegt overigens in de wandelgangen veel opmerkingen over de huidige situatie in Nederland te hebben gekregen. „Iedereen kijkt naar Nederland. Men vraagt zich af of het geen besmettelijke ziekte is die snel naar andere landen kan overslaan”, aldus Van Eijck.