De Staten debatteerden donderdagavond op verzoek van het CDA over integriteit en bestuurscultuur naar aanleiding van een rapport over provinciale geldstromen naar een landschapsstichting IKL. NRC-publicaties over die geldstromen leidden tot de bestuurscrisis.

Remkes sprak bij die gelegenheid over de Statendebatten in april die leidden tot het aftreden van GS. Volgens hem stonden die debatten sterk in het teken van integriteit „als iets van het bestuur en niet van ons”.

Hij wees op gesprekken die voormalig gouverneur Bovens begin april had met de fractievoorzitters. Niemand had toen kritiek op zijn functioneren. Vlak daarna werden in de Staten felle verwijten jegens hem geuit. „Dit raakt aan de werkgeversrol die fractievoorzitters en de Staten hebben met de gouverneur.”

Daarnaast wees Remkes erop dat de Staten ja zeiden tegen een nevenfunctie van een gedeputeerde, terwijl „je op je klompen kon aanvoelen” dat dit mis zou gaan. Ook hekelde Remkes het gedrag van Statenleden toen die tijdens de debatten opmerkingen maakten over het ambtelijke apparaat en ambtenaren. „Dat is over de grens van het betamelijke”, zei Remkes. „Zij kunnen zich niet verweren en horen in het politieke debat niet te worden aangesproken.”

Er moet een basishouding zijn van respect jegens elkaar en jegens bestuurders, vindt Remkes. „Een goed debat wordt gevoerd op feiten en niet op beelden en vooringenomenheid.”

Ten slotte veegde hij de vloer aan met de indiener van de motie van wantrouwen die leidde tot het vertrek van GS. De PVV diende de motie al direct bij het begin van de vergadering in. „Je had ook eerst vragen kunnen stellen en dan in tweede termijn met een motie kunnen komen”, zei hij. De PVV zei in een reactie donderdag er geen spijt van te hebben.

Vrijdag bespreken de Staten een advies van verkenner Onno Hoes over de vorming van een nieuw college.