Geen tweede prik met AstraZeneca bij gevaarlijke bijwerking
Als iemand na een eerste prik met het coronavaccin van AstraZeneca last krijgt van een zeldzame en gevaarlijke bijwerking in het bloed, mag hij of zij geen tweede prik met het middel krijgen. Dat zegt de Nederlandse toezichthouder voor vaccins, het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG).
Het is nog niet duidelijk wat er moet gebeuren in plaats van de tweede AstraZeneca-prik. De Gezondheidsraad onderzoekt of het mogelijk is vaccins te combineren, zodat mensen bij de tweede prik een ander middel krijgen dan bij de eerste prik. Zolang daar geen duidelijkheid over is, raadt het CBG mensen aan contact op te nemen met de behandelend arts voor advies.
Het vaccin van AstraZeneca heet Vaxzevria. Sommige mensen kunnen na toediening van dat middel last krijgen van zowel bloedstolsels (trombose) als een laag aantal bloedplaatjes (trombocytopenie). Die zeldzame combinatie, die de naam TTS heeft gekregen, kan dodelijk zijn. In Nederland hebben zeker zestien mensen die klachten gekregen na vaccinatie met Vaxzevria. Twee van hen zijn eraan overleden. Ongeveer 2 miljoen mensen in Nederland hebben het AstraZeneca-vaccin gekregen.
Het CBG roept mensen die Vaxzevria hebben gekregen op om hun gezondheid goed in de gaten te houden. Als ze last krijgen van kortademigheid, pijn op de borst, zwellingen of pijn in de benen of van aanhoudende buikpijn moeten ze meteen medische hulp inschakelen. Dat moet ook als ze ernstige hoofdpijn krijgen, niet goed meer kunnen zien of als ze paarsachtige bloedingen of blauwe plekken krijgen op een plek waar ze niet ingeënt zijn.
Artsen krijgen het advies om hun gevaccineerde patiënten goed in de gaten te houden. Als mensen last krijgen van trombose moeten ze ook worden onderzocht op een laag aantal bloedplaatjes, en andersom.