Volgens het OM haalde de groep onder andere vuurwapens, munitie, explosieven en handgranaten uit Oost-Europa om ze te verkopen in Nederland en België. Een van de klanten was een Belgische groep die zich bezighoudt met grootschalige drugshandel.

De verdachten in de zaak ‘Ultegra’ komen uit Oosterwolde, Hoogeveen, Marum, Leeuwarden, Stadskanaal, Roosendaal en Groningen. Een van hen was wapendeskundige bij Defensie. Ook zouden drie personen uit Oost-Europa betrokken zijn geweest. De 35-jarige Hendrik van der H. deelde volgens het OM de lakens uit. Eerst vanuit zijn woonboerderij in Oosterwolde en vanaf eind 2019 in de kringloopwinkel. Tegen hem eist het OM tien jaar cel.

Bij de andere verdachten gaat het om gevangenisstraffen van 24 maanden (waarvan zes voorwaardelijk) tot zes jaar. In een geval is een werkstraf van honderd uur en een voorwaardelijke celstraf van een maand geëist. Woensdag volgt in de rechtbank in Leeuwarden nog de strafeis tegen de rechterhand van Van der H., een in Slovenië geboren Groninger (34).

Het OM baseert zich onder meer op tapgesprekken, observaties en chats op de telefoon van Van der H. Op aangetroffen wapens zat DNA van verdachten. Het politieonderzoek startte in september 2018. De eerste aanhoudingen waren begin 2020. De politie deed invallen op diverse plekken in Noord-Nederland. Daarbij werden wapens en drugs gevonden.

De aanhoudingen volgden na twee pseudo-aankopen. De groep werkte volgens het OM met versleutelde boodschappen en gebruikte in de communicatie versluierd taalgebruik. Een ‘stukje ijzer’ zou duiden op een wapen en ‘Kindersuprises’ op handgranaten.

Van der H. wordt ook mensenhandel verweten; hij zou bendeleden hebben uitgebuit. Het gaat onder anderen om daklozen en een minderjarige. Een aantal personen, onder wie Van der H., wordt ook verdacht van oplichting, incassofraude en verduistering.

De rechtbank doet op 29 juli uitspraak.