„Onnodig inleiden bevalling te risicovol”
Het inleiden van een bevalling, het met medicijnen opwekken van de weeën, gebeurt steeds vaker onnodig en dat is onverstandig. De kinderen kunnen, direct en op langere termijn, vaker met gezondheidsproblemen te maken krijgen.
Dat zegt het Amsterdam UMC op basis van onderzoek in Australië, waaraan onderzoekers van het medisch centrum en de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) meewerkten. Hoe vaak Nederlandse vrouwen zonder medische noodzaak ingeleid worden, is niet bekend. Het onnodig inleiden komt in meer rijkere landen voor, mogelijk omdat vrouwen de zwangerschap voor gezien willen houden. Het onderzoek is dinsdag gepubliceerd in de British Medical Journal Open.
Vergeleken met spontaan geboren kinderen, hebben baby’s na een inleiding vaker verwondingen, zoals een gebroken armpje bij de geboorte. Ook moeten ze vaker direct aan de beademing. De onderzoekers zagen op langere termijn dat zulke kinderen veelvuldiger werden opgenomen in het ziekenhuis wegens ademhalingsstoornissen en infecties, meldt het Amsterdam UMC. Die gevallen zijn gezien tot het zestiende levensjaar, verder gaat het onderzoek niet terug.
Wereldwijd is te zien dat in veel welvarende landen het opwekken van een bevalling steeds vaker gebeurt bij 37 en 38 weken, zegt Peters. „Juist de laatste weken in de baarmoeder zijn erg belangrijk voor de neurologische en gezondheidsontwikkeling van kinderen. Als er geen medische indicatie is, moet je het kind niet eerder laten komen.”
Het onderzoek werd verricht onder leiding van professor Hannah Dahlen van Western Sydney University en collega-wetenschapper Lilian Peters van Amsterdam UMC/AVAG. Op een groep van zo ’n 475.000 gezonde Australische vrouwen tussen de 20 en 35 jaar bleken er bijna 70.000 vrouwen een inleiding zonder medische reden te hebben gehad. Het totale aantal inleidingen nam over het geheel fors toe: In 2018 kreeg 45 procent van de Australische moeders-in-wording een inleiding, in 2008 nog maar 25 procent.