Vijfde periode loonsteun gaat vooral naar horeca
Ruim 40 procent van de toegekende aanvragen voor de vijfde periode van de tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) komt van werkgevers uit de horeca en catering. Dat meldt uitkeringsinstantie UWV. Van de eerste bijna 19.000 toegekende aanvragen voor de financiële steun voor loonkosten, waren er ruim 8000 afkomstig van horecawerkgevers.
Werkgevers kunnen sinds 6 mei een aanvraag indienen voor deze vijfde NOW-periode, die de maanden april tot en met juni bestrijkt. Ondernemers hebben tot en met 30 juni de tijd voor zo’n verzoek. De voorwaarden in deze periode zijn dezelfde als bij het voorgaande pakket. Om in aanmerking te komen moeten werkgevers minimaal 20 procent omzetverlies kunnen aantonen over een periode van drie maanden.
Na de horeca en de catering volgen wat betreft toegekende aanvragen de commerciële dienstverlening en de detailhandel. Veruit de meeste toekenningen gaan naar werkgevers met minder dan tien werknemers. Werkgevers met meer dan 250 werknemers zijn goed voor 118 toegekende aanvragen. Van alle arbeidsmarktregio’s heeft Groot-Amsterdam het grootste aandeel in het aantal toekenningen, gevolgd door Rijnmond en Haaglanden.
De regeling voor loonsteun werd in het voorjaar van 2020 opgetuigd om een grote ontslag- en faillissementsgolf als gevolg van de coronapandemie te voorkomen. Het UWV is inmiddels ook bezig met de definitieve berekening van de tegemoetkoming voor de eerste en tweede periode NOW. Het voorschot dat werkgevers hebben ontvangen is gebaseerd op onder meer het geschatte omzetverlies. Bij de definitieve berekening stelt het UWV op basis van het daadwerkelijke omzetverlies en de loonsom over de betreffende periode vast hoe hoog de definitieve tegemoetkoming is waar de werkgever recht op heeft. In ongeveer 40 procent van de verwerkte aanvragen is tot nu toe sprake van een nabetaling door het UWV, in 60 procent van de gevallen betreft het een terugvordering.