„Vergeving van misbruik komt na berouw en bekering”
„Vergeven is iemand zien zoals die is, niet wat iemand gedaan heeft.” Dat stelde Nico van der Voet woensdag tijdens een studiemiddag over seksueel misbruik. „De bereidheid tot vergeven start bij de erkenning van de schuld van de dader.”
Theoloog Van der Voet sprak tijdens een studiemiddag die was georganiseerd door de Christelijke Hogeschool Ede (CHE) in samenwerking met de Protestantse Kerk in Nederland, Veiligekerk.nl, Stichting VPSG, Meldpunt Misbruik, Meldpunt Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties, de Protestantse Theologische Universiteit en de Raad van Kerken.
Met het beeld van de woestijn werd de studiemiddag geopend. Counselor en theoloog Mirjam Visser-Fuchs hield samen met coach en counselor Lien Daems een lezing over ”Leven in de woestijn”. De uittocht uit Egypte en de doortocht door de woestijn verbonden zij in de lezing aan verhalen over het loskomen van seksueel misbruik nu.
„Vertrouwen gaat te paard en komt te voet”, zei Van der Voet, werkzaam als docent pastoraat en als hogeschoolpastor. Hij besprak in zijn workshop het concept van vergeving na seksueel misbruik. Vragen als ”Wat is vergeven?” en ”Hoe kan ik iemand die seksueel misbruik heeft gepleegd opnieuw vertrouwen?” kwamen aan bod.
Lukas 17: 3-4 is bepalend voor de manier waarop vergeving dient te geschieden, voor Van der Voet. „Er staat dat je iemand dient te bestraffen en op de zonde dient te wijzen, niet dat je die per se gelijk dient te vergeven.” Noodzakelijk is voor Van der Voet dat na de bestraffing het berouw komt van de dader. „Sommige daders dienen gewezen te worden op hun daden door het slachtoffer zelf, door een hulpverlener of de politie.”
Berouw en bekering zijn voorwaarden voor vergeving, aldus Van der Voet. „Er is geen enkel automatisme bij God en bij Jezus om te vergeven. Als de dader mij blokkeert om te vergeven, hoef ik hem of haar niet te vergeven.” Wat als de dader er niet meer is? Van der Voet pleitte dan voor een houding van overgeven. „Als vergeven niet meer kan, dan overgeven.”
Jezus reikt een aantal stappen aan om te vergeven, zo legde Van der Voet uit. „Jezus reikt naar jou toe om je uit je slachtofferschap te trekken.” Daarbij komt kijken dat er ruimte en erkenning voor het slachtoffer komt. „Vergeving is het hart van het Evangelie.”
Van der Voet gaf mee dat vergeten niet lukt, verzoening ook vaak niet, maar een houding van vergevingsgezindheid na erkenning van schuld door de dader is belangrijk. „Het is loskomen van gevoelens van wraak en wrok. Leren vergeven is in het hart van God.”
Bespreekbaar
Veel slachtoffers van misbruik verlaten de kerkelijke gemeente, zo liet Jeannette de Korte, docent en supervisor van de opleiding theologie aan de CHE zien. Zij verzorgde een workshop over ”Seksuele grensoverschrijding in de kerkelijke gemeente”. De Korte wees op een onderzoek waaruit bleek. Zij ziet bij slachtoffers mechanismen van ontkenning en loyaliteitsconflicten. „Niet het eigen nest willen bevuilen en ”blaming the victim”.”
De Korte gaf een aantal praktische handreikingen: „Maak het bespreekbaar” en „Zorg dat het slachtoffer niet alleen is.” De theoloog benadrukte het belang van preventie. „Het is goed om ‘rookmelders’ op te hangen en te weten waar je terecht kunt.” Daarnaast wees De Korte op het meldpunt Seksueel Misbruik in Kerkelijke Relaties (SMKR) en het Meldpunt Seksueel Misbruik in Pastorale Relaties (SMPR).
Een scheef Godsbeeld en zelfbeeld kan tot een groot schuld- en schaamtebesef leiden bij slachtoffers, aldus De Korte. „De gedachte is dat Gods heiligheid mijn vuilheid niet kan verdragen.” Ook kan er een verlies van vertrouwen zijn. Toch is er ook een andere kant. „Vergeving en verzoening is –mits op het goede moment ingezet– een bevrijdend verhaal.”