Geen besluit EU-leiders over lastenverdeling vergroening
Een gevoelig besluit over hoe de lasten van de Europese vergroening het komende decennium over de EU-lidstaten moet worden verdeeld, is door de EU-leiders vooruitgeschoven. Op hun top in Brussel konden ze het niet eens worden over een verdeling van de kosten om de CO2-uitstoot in 2030 met 55 procent te verminderen ten opzichte van 1990. Een voorstel om daarvoor de economische welvaart per lidstaat te nemen werd na urenlang beraad uit de conclusies geschrapt.
„Voor Nederland is het van belang dat er een goede verdeling van de inspanningen tussen de lidstaten is”, zei premier Mark Rutte na afloop van de tweedaagse bijeenkomst met zijn collega’s, „en dat de invulling van de doelen kostenefficiënt is”. Ieder land heeft een ander startpunt en er moeten stappen gezet worden om gemeenschappelijk op een hoger niveau te komen, betoogde hij. Europese financiering is volgens hem „ruimschoots voorhanden”.
Het is volgens de demissionair premier allereerst van groot belang dat de burgers „meegaan” in de transitie naar een duurzame maatschappij. „Als we de burgers op grote kosten jagen is het weg. De brede middenklasse moet deze hele reis meemaken.”
De 27 lidstaten wachten nu eerst een pakket wetgevende voorstellen van de Europese Commissie af om de EU gereed te maken voor de ambitieuze klimaatplannen in 2030. Die zullen naar verwachting op 14 juli door vicevoorzitter Frans Timmermans worden gepresenteerd. Ze zijn nodig om de EU in 2050 klimaatneutraal te krijgen, zoals vorig jaar is afgesproken. In die plannen werkt de commissie uit wat daarvoor precies moet veranderen in bijvoorbeeld de opwekking van energie, het verkeer en de landbouw.
„Ik heb goed geluisterd naar de zorgen en ideeën van lidstaten”, zei Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen. „Geen enkele lidstaat verzet zich tegen het doel om 55 procent minder uit te stoten binnen tien jaar. Maar de maatregelen moeten efficiënt, innovatief en eerlijk zijn. Ze zullen sociale gevolgen hebben en we moeten zorgen voor compensatie. Alle lidstaten, alle sectoren moeten meedoen.”