Kerk heeft taak nu corona religieus besef aanwakkert
Tweede Pinksterdag viel dit jaar samen met de Nationale Dag Aandacht voor Sterven. Nu zijn er tegenwoordig allerlei bijzondere dagen zodat je als organisatie je best moet doen om op te vallen.
Het Landelijke Expertisecentrum Sterven, de initiatiefnemer van deze dag, onderzocht de opvattingen van Nederlanders over de dood en het stervensproces.
Het verbaast niet dat het coronavirus daar veel invloed op heeft gehad. Gezondheid en ziekte, leven en dood, waren veelvuldig onderwerp van gesprek in het afgelopen jaar. Meer mensen hadden in hun directe omgeving te maken met het overlijden van dierbaren: in 2016 betrof dat een kwart van de ondervraagden en dit jaar een derde. Daarom is het ook niet zo vreemd dat mensen zich afvragen of de dood werkelijk het einde betekent van het menselijk bestaan. Ruim de helft van de Nederlanders, 56 procent, gelooft dat er iets is na de dood. Vijf jaar geleden was dat 46 procent. Opvallend is dat juist de jongere generatie sterker overtuigd is van een leven na de dood. Van de ondervraagden tot 35 jaar meent bijna 70 procent dat er iets moet zijn als een hiernamaals.
Deze cijfers zijn een tegenvaller voor humanisten en atheïsten. Zij benadrukken in hun campagnes steeds dat alles draait om het aardse leven. Het klinkt tegenstrijdig, maar een positief gevolg van de coronacrisis is dat meer mensen nadenken over het levenseinde en het hiernamaals.
Het is bekend dat crises en calamiteiten kunnen leiden tot een religieuze opleving. Dat bleek bijvoorbeeld uit een langlopend onderzoek naar geloofsbeleving onder Nieuw-Zeelanders. Tijdens het onderzoek, in februari 2011, werd de plaats Christchurch getroffen door een zware aardbeving. Terwijl in heel Nieuw-Zeeland de religiositeit afnam, gebeurde rond Christchurch het omgekeerde: daar gingen juist méér mensen geloven in het bestaan van God.
Soortgelijke trends zijn intussen zichtbaar bij internationale onderzoeken naar de gevolgen van corona. In zwaar getroffen landen als de VS, Spanje en Italië, is het aandeel mensen dat zegt te geloven aanzienlijk toegenomen.
Kennelijk prikkelt de nabijheid van de dood mensen om na te denken over een hogere macht en het leven na dit leven. Het zal duidelijk zijn dat het hier vaak gaat om een algemeen religieus besef en meestal niet om het geloof in de God van de Bijbel Die Zich openbaart in Zijn Zoon tot redding van zondaren. Toch laat het zien dat de mens een ingeschapen besef heeft van een hogere macht, zoals Paulus beschrijft in Romeinen 1. De moderne westerse samenleving drukt dit gevoel weg maar een crisis als corona doet het omgekeerde. Daarom is dit de tijd waarin kerken present moeten zijn in de samenleving, zodat zulke zinzoekers niet verdwalen maar gewezen worden op de twee wegen in dit leven, de twee bestemmingen na de dood en de éne Naam door Wie mensen zalig moeten en kunnen worden.