Maandag was het tien maanden geleden dat de partijen van Santokhi en Brunswijk de Surinaamse parlementsverkiezingen wonnen. Omdat er zeer veel ontevredenheid in het land is, koos de regering ervoor om in het openbaar verantwoording af te leggen over de afgelopen periode.

Zoals inmiddels gebruikelijk is bij beide bewindslieden, benadrukten ze opnieuw dat de beroerde situatie in het land de schuld is van ex-president Desi Bouterse. Die heeft immers een failliet land achtergelaten, stellen zij. Brunswijk constateerde dat het erg lastig is om te regeren zonder geld. „We moeten toegeven dat door de hoge koers de prijzen blijven stijgen. Kapotmaken gaat snel, maar opbouwen is een heel proces. Maar uw kritiek gaat niet aan ons voorbij”, aldus Brunswijk.

Toch gloort er volgens Santokhi licht aan het eind van de tunnel. Zo heeft hij concrete maatregelen in voorbereiding om de koopkracht van de Surinamers te vergroten. Ook zal de al eerder toegezegde covid-steun op korte termijn uitgekeerd worden, aldus Santokhi. Of dit in de vorm van geld gebeurt of dat er pakketten uitgedeeld gaan worden, is nog niet duidelijk. In het binnenland van Suriname zijn er concrete projecten op het gebied van drinkwater- en elektriciteitsvoorziening en waterzuivering gerealiseerd.

Ondanks de vele kritiek zei Santokhi blij en trots te zijn dat het volk heeft gekozen voor eerlijke leiders. „Ik ben blij dat er een eind is gekomen aan corruptief beleid, aan het plunderen en aan een land leiden met geleend geld. En waar burgers slechts geleerd wordt dat je niet hoeft te werken, maar een pakket krijgt”, aldus de president.