Biden jaagt groei aan, maar ook inflatievrees
De Verenigde Staten (VS) laten Europa de hielen zien. De economie aan de overzijde van de Oceaan herstelt krachtiger van corona dan die bij ons. De enorme stimuleringsplannen van president Joe Biden, in combinatie met een voorspoedige voortgang van de vaccinatiecampagne, zorgen voor optimisme.
Het gaat ginds snel de goede kant op. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) rekent voor dit jaar voor de VS op een groei van 6,4 procent. In de eurozone reikt die, in de prognose van de Europese Centrale Bank (ECB), niet verder dan 4 procent.
De Amerikanen trekken in deze crisis de overheidsportemonnee. Donald Trump kwam vorig jaar kort na het uitbreken van de pandemie al met een pakket van ruim 2000 miljard dollar, omgerekend bijna 1650 miljard euro. Biden doet niet voor zijn voorganger onder. In januari gooide hij er meteen 1900 miljard dollar extra tegenaan. Later volgde een investeringsprogramma van 2200 miljard voor verbetering van de infrastructuur. Daarna kondigde hij nog een bijna zelfde bedrag aan voor onder andere onderwijs en steun aan gezinnen. Alles opgeteld ongeveer 6000 miljard dollar.
Waar haalt Biden al dat geld vandaan? Hij wil de belastingen verzwaren voor bedrijven en voor de allerrijksten. Maar hij moet vooral heel veel lenen. De overheidsschuld schiet omhoog. Het IMF raamt een stijging van 108 procent van het bruto binnenlands product (bbp) in 2019 naar meer dan 130 in 2021. En daar zal het niet bij blijven. In de eurozone steken alleen Griekenland en Italië ongunstig hierbij af.
De VS hebben wel traditioneel het voordeel dat de dollar internationaal fungeert als voornaamste betaalmiddel en als reservemunt. Centrale banken houden dollarreserves aan in de vorm van Amerikaanse staatsobligaties. Beleggers beschouwen die als een veilige haven. Dat maakt het Washington gemakkelijk zijn tekorten te financieren. Het bevordert namelijk de vraag naar dit waardepapier. En als die op enig moment zou opdrogen, kan altijd nog de Fed, de centrale bank van de VS zelf, massaal obligaties opkopen. Daar is die trouwens, net als de ECB, al lange tijd mee bezig.
Maar toch, het IMF waarschuwt voor een smal pad tussen enerzijds monetaire en begrotingssteun om de crisis achter ons te laten en anderzijds oppassen voor ondermijning van de financiële stabiliteit in de wereld. Toen Janet Yellen in 2010 aantrad als bestuurder van de Fed, sprak zij van een uitdaging om de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange termijn te verzoenen met het bevorderen van het economisch herstel op korte termijn. Voor die uitdaging staat zij, nu als minister van Financiën en samen met Biden, opnieuw.
Hun daadkracht, met daardoor een overvloed aan geld en koopkracht, roept in de financiële wereld in ieder geval inflatievrees op. Een sterk herstel, meer bestedingen, een grotere vraag naar producten: dat kan zomaar leiden tot oververhitting en aantrekkende prijzen. Onder invloed van die dreiging zien we de laatste maanden dat de rente op de kapitaalmarkt in de lift zit. Ook in Nederland. Op tienjarige staatsleningen ging die van min 0,5 procent begin januari naar nu net iets boven nul. Lenen is voor minister Hoekstra duurder geworden. Waarschijnlijk krijgen we geleidelijk aan eveneens een wat hogere hypotheekrente. Zo betalen ook wij een prijs voor het ongekend expansieve beleid in de VS.