Chileense geheime dienst biedt excuses aan
De Chileense geheime dienst heeft vrijdag zijn excuses aangeboden aan de inwoners van het Zuid–Amerikaanse land voor de ernstige mensenrechtenschendingen gepleegd tijdens het regime van generaal Augusto Pinochet (1973-1990).
De verontschuldigingen komen twee dagen na de publicatie van een rapport van een speciale regeringscommissie over martelingen tijdens de militaire dictatuur. In het rapport staat dat tijdens het bewind van Pinochet martelingen onderdeel waren van een systematische staatspolitiek.
Het verslag is gebaseerd op getuigenissen van 35.000 mensen die onder Pinochet zijn gemarteld. Het systematische karakter staat haaks op beweringen van kopstukken van de junta dat individuele ondergeschikten zich schuldig maakten aan het martelen zonder dat de top het wist.
De publieke knieval werd gemaakt door Arturo Herrera, de directeur van de inlichtingendienst van de politie. „Zoals alle openbare instellingen moest ook de inlichtingendienst van de politie zich houden aan de omstandigheden die ons 31 jaar geleden werden opgelegd", aldus Herrera.
Hij zei dat de politie „in die context betrokken was bij acties die veel mensen pijn, schade en extreem lijden toebrachten, dat is in tegenspraak met de ethiek en filosofie van de politie". „Ik verzoek al mijn landgenoten om vergiffenis", zei de politiechef.
De hoogste baas van de Chileense strijdkrachten, generaal Juan Emilio Cheyre, verklaarde begin deze maand al dat het leger als organisatie verantwoordelijkheid draagt voor de schendingen van de mensenrechten tijdens de dictatuur. De vorige legerbaas, Ricardo Izutiera, wilde nog niet zover gaan. Die sprak weliswaar al van „fouten tijdens het regime", maar hij ontkende dat er onder Pinochet sprake was van een „politiek van mensenrechtenschendingen".