Leenstelsel verandert gedrag student niet
Studenten zijn sinds de invoering van het leenstelsel minder vaak een masteropleiding begonnen direct na het behalen van een bachelordiploma.
Dat melden onderzoekers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Die hebben hiervoor vier jaar lang studenten gevolgd die in 2015 zijn begonnen met studeren en hun voortgang vergeleken met eerdere lichtingen.
Tot het studiejaar van 2015 en 2016 kregen studenten gedurende de nominale duur van hun studie een basisbeurs. Deze regeling werd afgeschaft en daar kwam een leenstelsel voor in de plaats. Alleen studenten met weinig welvarende ouders konden nog aanspraak maken op een aanvullende beurs.
De statistici zien dat studenten na de invoering van het leenstelsel veel minder vaak begonnen aan een master in het jaar dat volgde op het behalen van hun bachelordiploma. Deden zij dat wel, dan waren studenten met de minst welvarende ouders het vaakst binnen een jaar afgestudeerd. „Mogelijk ervaren met name studenten uit de minst welgestelde milieus druk om de masteropleiding af te ronden binnen de nominale duur”, schrijven de statistici.
Het lijkt er tevens niet op dat studenten sneller zijn gaan studeren omdat zij meer moesten lenen of eigen geld in moesten brengen of dat van hun ouders. Studenten waren wel iets eerder klaar met hun studie en wisselden ook iets minder van opleiding. Maar dat is een trend die al langer loopt. Die is volgens de onderzoekers mogelijk veroorzaakt door de langstudeerboete - die inmiddels is afgeschaft - en de in 2012 ingevoerde regel dat studenten pas met hun master mogen beginnen na afronding van hun bachelor.