Middelaar
Filippenzen 4:13
„Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft.”
Zoals Jozef zijn broeders voor farao’s aangezicht stelde en zo bij hem in gunst bracht (Genesis 47:2), zo draagt de Heere Jezus de namen van de heiligen op Zijn borst. Hij stelt hen Zijn Vader voor, om hen zo bij God in genade en gunst te brengen. Door Christus wil God met ons handelen. Hij spreekt tot ons (Jesaja 62:4): „Tot u zal niet meer gezegd worden: De verlatene (…); maar gij zult genoemd worden: Mijn lust is aan haar.” Door rood glas schijnt alles rood; door het bloed van Jezus Christus schijnen wij blank en rood in Gods ogen te zijn. De sterkte van een christen ligt in Christus: „Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft” (Filippenzen 4:13).
Vanwaar is het dat een christen enige plicht volbrengen of enige verzoeking tegenstaan kan, anders dan door Christus, Die hem kracht geeft? Vanwaar is het dat de vonk van genade in de zee van verdorvenheid midden onder de stormen van vervolging leeft, anders dan van Christus, Die deze vonk in het holle van Zijn hand bewaart? Waarom heeft de briesende leeuw de heilige niet verslonden? Omdat de Leeuw uit de stam van Juda haar beschermd heeft!
Christus geeft ons niet alleen onze kroon, maar ook ons schild. Hij geeft ons niet alleen onze krans wanneer wij overwinnen, maar ook onze sterkte, waardoor wij overwinnen.
Thomas Watson, predikant te Londen
(”Preek over Kolossenzen 3:11”, 1665)