Onlinebijeenkomst GZB ”Houd het vuur brandend”
Zaterdagavond was het GZB-event ”Houd het vuur brandend”. De onlinebijeenkomst, die gevolgd werd door meer dan 1000 bezoekers, werd live uitgezonden vanuit een open tent op een grasveld aan de bosrand bij Langbroek. Op het gras stonden minstens zes vuurkorven die het vuur brandend hielden. Er lag ook een witte bordplaat met alle werelddelen erop.
’s Morgens waren vier mensen van de GZB met de fiets gestart in Sint Philipsland, waar ze werden uitgezwaaid door ds. G. van den Berg van de plaatselijke hervormde gemeente. Tijdens hun fietstocht van 150 kilometer kregen ze vuurdragers mee, onder andere van gemeenten te Oud-Beijerland, Gouda en Polsbroek. De vier ”fietsers voor vuur” waren op tijd aanwezig op het event. De vuurdragers werden aangestoken en kregen een plaats op de bordplaat.
Aanwakkeren
GZB-directeur Martijn van den Boogaart, die meegefietst was, zei blij te zijn met de gemeenten die de pinkstercampagne steunen. Meer dan tachtig gemeenten in Nederland doen mee met de GZB-pinkstercampagne ”Houd het vuur brandend”, die zaterdag van start ging. De GZB binnen de Protestantse Kerk in Nederland nodigt gemeenten uit om met de wereldkerk op weg te gaan naar Pinksteren, om het vuur van het geloof te laten aanwakkeren en door te geven.
Van den Boogaart hoopte dat het vuur verder gedragen zou worden in Nederland, samen met het vuur van de wereldkerk. Op de bordplaat kwamen ook vijf brandende fakkels te staan van die kerk.
De eerste was van Zuid-Sudan. Ds. Jonathan Soro had het in een filmpje over de zorgen in een vluchtelingenkamp met 60.000 mensen. Hij vertelde niet alleen over drugs- en alcoholgebruik en vechtpartijen, maar ook over het vuur van God, dat in Zuid-Sudan niet gedoofd is.
De predikant zei dat de priester in de Bijbel de as moest weghalen, omdat anders het vuur niet goed kon branden. Daarmee bedoelde hij dat het erkennen van de zonde en het hebben van berouw belangrijk zijn voor het werk van God.
Getuigen
Ds. Diks Passanda uit Indonesië sprak over het toenemend moslimfundamentalisme in zijn land. Hij wil op zijn post blijven. „We geloven dat de kerk in deze samenleving door God geroepen is en niet mag weglopen voor haar verantwoordelijkheid. Via sociale activiteiten kan ze getuigen van Jezus Christus.”
Kees en Esther van der Knijff, die nog maar kort in Libanon zijn, deelden iets over hun werk. Esther werkt als arts in een kliniek voor de allerarmsten, terwijl Kees theologie doceert aan een opleiding voor predikanten.
Mirela uit Bosnië en Herzegovina, die geboren is in Sarajevo, heeft een trauma overgehouden aan de oorlog daar. Eerst vermeed ze de pijn van de herinneringen, maar toen het in coronatijd rustig werd, lukte haar dat niet meer. Tijdens een sessie bij vuur en as kwam al het verdriet boven. „Ik huilde en rouwde over alles wat ik had verloren. God gebruikte het ritueel om mijn hart te reinigen. De Bijbel zegt dat het zaad moet sterven om te leven en vrucht voort te brengen.”
Nu is Mirella zelf therapeut en probeert anderen van hun oorlogstrauma’s af te helpen.
Verwaarloosd
Bella Flor uit Costa Rica werkt al 23 jaar in de arme wijk La Tabla in hoofdstad San José onder verwaarloosde kinderen in een gevaarlijke omgeving. „God is erbij. Hij heeft ons al die tijd onderhouden”, zei ze.
Aan het einde van de bijeenkomst, rond halftien, begon het te schemeren. Alle fakkels bleven branden. ”Christ be our Light”, zongen Elise Mannah en Lucas Kramer.