Doodsteken bejaarde vrouw: OM eist 11 jaar tegen benedenbuur
Voor het doodsteken van een 78-jarige vrouw in Oostkapelle is vrijdag in de rechtbank van Middelburg elf jaar celstraf geëist tegen Eduard F. (58). De bewoner van appartementencomplex Parc Zonnehove wordt door het Openbaar Ministerie verdacht van doodslag op zijn bovenbuurvrouw. De man ontkent.
Op de tweede verdieping van het complex, waar het slachtoffer woonde, werd de vrouw op 24 mei 2019 gevonden. Haar vriend (85) hoorde een ijzige gil van zijn partner. Toen hij met rollator naar de voordeur liep lag het slachtoffer in een plas bloed. Zij was in buik en borst gestoken en overleed.
Vijf dagen later werd Eduard F. gearresteerd. De bewoner van de benedenverdieping leefde al jaren in onmin met sommige bewoners van het complex. Er waren ruzies over parkeerplekken en overlast. De veelal bejaarde medebewoners beweerden dat F. de boel terroriseerde en (doods)bedreigingen uitte. Volgens de 58-jarige was juist hij „als een stuk stront behandeld”.
Met het slachtoffer had de verdachte het ook geregeld aan de stok. In de dagen voor het misdrijf waren er ‘wrijvingen’ tussen de twee. Op 22 mei belde F. nog aan bij haar woning. De vrouw zou toen de deur in zijn gezicht hebben dichtgesmeten. „Maar daarom vermoord ik nog geen mens”, zei F. in wiens huis de politie een collectie messen vond. Het moordwapen is nooit gevonden. „Ik ben daar niet binnen geweest”, aldus F.
Getuigen van het misdrijf waren er niet. Wel werd DNA van F. aangetroffen. Niet op het lichaam van het slachtoffer, maar wel in een vette veeg op de voordeur én op de deurklink aan de binnenkant. Volgens F. moest de veeg op de deur zijn gekomen bij zijn eerdere bezoek. Het DNA op de klink was volgens zijn advocaat mogelijk indirect overgedragen door het slachtoffer, doordat ze in gemeenschappelijke hallen dezelfde knoppen, deuren en leuningen gebruiken. De kans op het overbrengen van zoveel DNA op de klink noemde het NFI „zeer klein”.
De advocaat van F. vroeg om vrijspraak. Ze wees er op dat er ook onbekende DNA-sporen waren gevonden op het lichaam van de vrouw en op haar hand. „Maar geen DNA van F.”, zei ze.
De rechtbank doet 28 mei uitspraak.