De vrouw heeft op 4 november bij het formele beroepsorgaan van de VN in Genève haar beroep tegen de beslissing van Annan ingetrokken, aldus de verklaring van Lubbers, die hier weer een verklaring van Annan aanhaalt.

Lubbers gaat in de verklaring in op „recente berichtgeving in de Nederlandse media" over de klacht wegens seksuele intimidatie aan zijn adres. Volgens Lubbers is er publiekelijk „helaas enige verwarring ontstaan" over het besluit van VN–secretaris–generaal Kofi Annan om de klacht tegen hem niet ontvankelijk te verklaren.

Het interne onderzoeksbureau van de VN, OIOS, concludeerde recentelijk in zijn jaarverslag dat Lubbers wel degelijk schuldig was aan seksuele intimidatie. Maar Annan besloot deze zomer dat de beschuldigingen onhoudbaar waren. „Hij zei niet dat er geen bewijs was. Hij zei dat de beschuldigingen niet werden gedragen door een wettige basis’, aldus Annans woordvoerder Eckhard twee weken geleden.

Vervolgens bleek dat de Amerikaanse vrouw al op 18 oktober beroep had aangetekend tegen Annans beslissing. De Amerikanen vroegen daarna de VN–chef om uitleg over de „klaarblijkelijke tegenstrijdigheid" tussen het OIOS–rapport en Annans afweging.

Lubbers stelt nu in zijn verklaring dat Annan die tegenstrijdigheid twee dagen geleden al heeft weersproken. Annans kantoor verklaarde: „De Secretaris–Generaal heeft de bevindingen van OIOS gewogen, evenals het antwoord van de heer Lubbers waarbij hij alle omstandigheden rond deze zaak in overweging heeft genomen. Op basis hiervan heeft de Secretaris–Generaal vervolgens geconcludeerd dat de aanklacht niet houdbaar was."

Volgens Lubbers is daarmee ook de Amerikaanse vraag over de schijnbare tegenstrijdigheid beantwoord.