Weer verliezen op aandelenbeurzen New York
De aandelenbeurzen in New York zijn dinsdag opnieuw met rode cijfers gesloten door aanhoudende vrees bij beleggers voor een hogere inflatie en stijgende rente. De koersverliezen in de technologiesector op Wall Street van eerder op de handelsdag werden wel voor een groot deel weggepoetst.
De Dow-Jonesindex eindigde met een min van 1,4 procent op 34.269,16 punten. Maandag brak de toonaangevende graadmeter nog voor het eerst door de grens van 35.000 punten, maar zakte later weer weg. De brede S&P 500 daalde 0,9 procent tot 4152,10 punten en de technologiebeurs Nasdaq verloor een fractie tot 13.351,27 punten.
Eerder op de dag gingen de techfondsen weer flink omlaag. Wanneer de inflatie hard oploopt zou dat namelijk kunnen betekenen dat de Federal Reserve de rente sneller gaat verhogen en dat zou vooral voor techaandelen ongunstig zijn. Apple, Google-moeder Alphabet en Tesla daalden tot 1,9 procent, maar Amazon steeg 1 procent.
Olie- en gasproducenten ExxonMobil en Chevron zakten tot 3,2 procent. ConocoPhillips leverde 2,2 procent in. De aandeelhouders van het Amerikaanse oliebedrijf stemden in met een klimaatresolutie. Vliegtuigbouwer Boeing ging 1,8 procent omlaag na cijfers over de leveringen in april.
Verder was er aandacht voor L Brands, het moederbedrijf van lingeriemerk Victoria’s Secret. L Brands gaat het onderdeel loskoppelen van verzorgingsproductendivisie Bath & Body Works. Daarmee bestaat L Brands straks uit twee losstaande beursgenoteerde bedrijven. Het aandeel werd 1,8 procent lager gezet.
Daarnaast kon big-databedrijf Palantir Technologies op belangstelling rekenen na cijfers en verwachtingen. Palantir, dat onder meer samenwerkt met inlichtingendiensten in de strijd tegen terrorisme, kreeg er meer dan 9 procent aan waarde bij.
De euro noteerde 1,2152 dollar, tegen 1,2170 dollar bij het slot van de beurshandel in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 0,6 procent meer op 65,32 dollar. Brentolie werd 0,4 procent duurder op 68,58 dollar per vat.