Remkes overleeft aanval VVD-fractie
Minister Remkes van Binnenlandse Zaken mag door. Zijn partijgenoot en fractieleider Van Aartsen maakte hem het leven in het debat over de moord op Van Gogh erg zuur maar hij liet hem uiteindelijk niet vallen.
De VVD-fractieleider leverde snoeiharde kritiek op de eigen bewindsman. Onomwonden voegde Van Aartsen zijn minister toe dat bij het onderzoek naar een terroristische cel in Amsterdam de verkeerde keuze was gemaakt. De inlichtingendienst AIVD, waarvoor Remkes verantwoordelijk is, besloot Mohammed B. niet als lid van de harde kern te beschouwen maar als een ondergeschikt figuur.
Remkes zei dat de juiste keuze te vinden. De AIVD kan volgens hem onmogelijk iedere moslimjongere die radicaliseert, schaduwen „want er zijn heel veel Mohammed B.’s.” Van Aartsen had de keuze van de AIVD sterk betwist. „De minister houdt hier een betonnerig betoog dat het niet anders kon. Maar het had wel beter gekund.”
Op pijnlijke wijze hield hij Remkes voor dat minister Donner van Justitie het goede voorbeeld had gegeven door te verklaren dat er lessen uit de gang van zaken rond Mohammed B. waren getrokken. Na een reeks van interrupties en herhaald aandringen van Van Aartsen erkende Remkes dat „het beter had gekund”, al bleef hij de beslissing van de AIVD „met overtuiging” verdedigen.
Het debat, dat donderdagmiddag begon, kende een opvallend eensgezinde start. Er was wel kritiek op de AIVD maar de persoon van Remkes werd in eerste instantie ontzien. Dat veranderde in de avonduren toen de bewindsman in een omstandig betoog de rol van de dienst volledig voor zijn rekening nam. Zoekend naar woorden probeerde hij de aanval vanuit de Kamer te pareren maar hij kon met name zijn partijgenoot Van Aartsen niet overtuigen. Hoofdschuddend liet de liberale fractieleider duidelijk zijn ongenoegen blijken.
Na intern beraad deelde Van Aartsen tijdens de nachtelijke afronding van het debat mee dat Remkes weliswaar niet „de schoonheidsprijs” verdiend had, maar dat hij niet hoefde af te treden. Kort daarvoor was er ook overleg nodig geweest tussen de fractievoorzitters van de coalitiepartijen CDA, VVD en D66. Daarbij bleek dat de meeste kritiek van de VVD zelf afkomstig was. CDA en D66 zagen geen reden om het hoofd van Remkes op het blok te leggen. Een motie van wantrouwen van de eenmansfractie-Wilders kreeg alleen steun van Wilders zelf.
Een andere heikele kwestie was de beveiliging van Theo van Gogh, maar het gesprek hierover liep veel minder hoog op. Donner verzekerde de Kamer dat het werkelijke risico vooraf niet in te schatten viel. Hij prees de AIVD, die volgens hem steeds meer vat op het moslimterrorisme in ons land begint te krijgen.
Brede steun was er in de Kamer voor het pakket aan maatregelen van het kabinet om het terrorisme beter te bestrijden. De AIVD wordt uitgebreid, radicale moskeeën kunnen desnoods worden gesloten en imams die haat prediken, kunnen worden uitgezet.
Een deel van de Kamer, waaronder de VVD, wil dat niet alleen bedreigde politici maar ook opinieleiders en journalisten afdoende beveiliging krijgen als daartoe aanleiding is. Donner deed op dit punt geen concrete toezeggingen.
Van Aartsen en Bos (PvdA) vonden dat het kabinet het moslimterrorisme nog steeds onderschat. Het wordt volgens beiden nog te veel gezien als een aanwijzing dat het integratiebeleid heeft gefaald. Ze wezen op het internationaal en goed georganiseerde karakter van het verschijnsel.
CDA-fractieleider Verhagen wil dat er opgetreden wordt tegen haatzaaiende of opruiende teksten die vanuit Nederland op internet worden gepubliceerd. SGP-voorman Van der Vlies wil ook greep op „opruiende antiwesterse taal” die uit Arabische landen via de schotelantenne ons land binnenkomt.
Kamerlid Wilders, die onder zware bewaking aan het debat deelnam, vindt dat de groep van 100 tot 200 extremisten die door de AIVD worden gevolgd, zo snel mogelijk het land uit moeten worden gezet.