Van marskramer tot Twentse Modestraat
Christiaan Roetgerink trok ruim 150 jaar geleden als marskramer van boerderij naar boerderij. De zaken liepen goed. In 1854 startte hij in het centrum van Enter een winkeltje in manufacturen. Zijn nazaten doen nog steeds zaken op dezelfde plek. Gerhard Roetgerink (52) is directeur van Roetgerink Mode & Schoenen. „Het levenswerk van je familie behoor je te koesteren.”
Een bakker, een slager, een supermarkt. In dat rijtje Enterse winkels valt Roetgerink met ruim 5500 vierkante meter mode en 300 eigen parkeerplaatsen nogal op. Ook op een doordeweekse morgen lopen overal in de zaak mensen te snuffelen. In de authentiek ingerichte ”koffiekökk’n” kunnen klanten onder het genot van een kopje koffie hun aankoop nog eens bekijken. Verkoper Jan Nijhof werkt al meer dan 40 jaar bij het bedrijf. „Heel veel klanten ken ik persoonlijk. Als ik tijd heb, drink ik een bakje mee. Daardoor zijn in de loop van de tijd bijzondere contacten ontstaan. Het gebeurt regelmatig dat we kaarten krijgen voor bruiloften of begrafenissen.”
Aan de oprichter van de zaak heeft de familie nog steeds haar bijnaam te danken. Gerhard Roetgerink: „Christiaan verkocht onder meer koffiebonen. Vandaar dat wij nog steeds de bijnaam ”de boonen” hebben. De forse groei van winkel kwam eigenlijk pas in de jaren vijftig/zestig. Net na de Tweede Wereldoorlog ontstond er een grote behoefte aan kleding. Daar wist onze familie op in te springen.”
Roetgerink bleef de jaren door een echt familiebedrijf. „Inmiddels zijn twee neven en mijn broer en ik verantwoordelijk voor de gang van zaken in ons bedrijf. Ondernemen zit de Roetgerinks in de genen. Het is het levenswerk van onze ouders. Dat behoren we te koesteren. We willen de onderneming ook graag weer doorgeven aan een nieuwe generatie.”
Een hoogtepunt uit de bedrijfsgeschiedenis is de laatste verbouwing, vindt de directeur. „Twee jaar geleden is de zaak opnieuw geopend. Jarenlang zijn we bezig geweest met de voorbereidingen en de verbouwing zelf. Het resultaat mag er wezen. Alles is ruim opgezet.” Een rondleiding door de zaak laat zien dat de directeur niet overdreven heeft. Een vrouw in een scootmobiel vindt gemakkelijk haar weg tussen de rekken met damesmode.
Dat klanten minder te besteden zouden hebben, merkt de ondernemer niet. „Wat ons wel opvalt, is dat het funshoppen een beetje gaat verdwijnen. Veel mensen willen hun schaarse vrije tijd niet meer besteden aan het slenteren langs winkels. En daar profiteren wij van. Bij ons vinden klanten dames-, heren-, kinder- en feestkleding. Tegenover de modezaak hebben wij ook een schoenwinkel. Bijna alles zit dus onder één dak.”
Roetgerink voert veel bekende merken als Claudia Sträter, Josephine & Co, Frankenwälder, Esprit, Jaguar, Carl Gross, Arrow, Mexx en Gaastra. „Dankzij onze omvang kunnen we een internationale merkencollectie scherp inkopen. Wat de toekomst betreft, voorzie ik dat een goede samenwerking met een fabrikant van groot belang gaat worden. Fabrikanten moeten weten wat ze aan je hebben. Als je hun collectie continu afneemt, kun je zaken met ze doen.”
Om succesvol te zijn in de kledingbranche, moet je voortdurend scherp blijven, merkt Roetgerink. „In de mode moet je geen vinger, maar een hele hand aan de pols houden. Dat betekent dat je de in- en verkooporganisatie goed in de gaten moet houden. Verder is de presentatie uiterst belangrijk. Want zien doet verkopen. Daarnaast blijft het belangrijk om je te onderscheiden van andere bedrijven.”
Klantvriendelijkheid en vakkundigheid staan daarom hoog in het vaandel van de onderneming, zegt de directeur. „Onze verkoopsters krijgen bijvoorbeeld een vakopleiding.” Trots is hij ook op het naaiatelier. „Op een doorsnee zaterdagmiddag verwerken de coupeuses zo’n 150 pantalons. Onze klanten kunnen het kledingstuk, ondanks dat het langer, korter, wijder of nauwer moet worden gemaakt, toch gelijk meenemen. Overigens zijn wij ook gespecialiseerd in grote maten. Bij de herenmode hebben wij bijvoorbeeld pantalons met de breedtemaat 6XL gewoon op voorraad.”
Roetgerink heeft tachtig fulltime en veertig parttime krachten in dienst. Die hebben niet allemaal contact met de klanten, maar maken zich ook verdienstelijk achter de schermen. In het magazijn, met de administratie of bij de logistiek. Daar is de bedrijvigheid minstens zo groot als in winkel. Een grote voorraad stropdassen, pantalons, jassen, truien, overhemden, rokken hangt in het magazijn te wachten totdat ze -voorzien van een kaartje- in de winkel belanden. „Nee verkopen aan klanten willen we niet. We voeren niet voor niets de slogan dat onze zaak ”de Modestraat van Twente” is.”