Opinie

Zonder christelijke vrijheid geen christendom

Meer dan 75 jaar geleden eindigde de Tweede Wereldoorlog. Maar nog steeds vieren wij Bevrijdingsdag. Dat is terecht, want vrijheid is een groot goed en wezenlijk voor onze samenleving.

​Dr. G. A. van den Brink
5 May 2021 16:02
„Het zou goed kunnen dat Luther heeft bijgedragen aan onze hoge waardering voor vrijheid.” Foto: Bevrijdingsdag. beeld ANP, Koen van Weel
„Het zou goed kunnen dat Luther heeft bijgedragen aan onze hoge waardering voor vrijheid.” Foto: Bevrijdingsdag. beeld ANP, Koen van Weel

Het zou goed kunnen dat Luther heeft bijgedragen aan deze hoge waardering voor vrijheid. Want Luther vond vrijheid belangrijk. Sinds Paulus heeft geen mens zoveel aandacht gegeven aan de christelijke vrijheid als hij. In 1520 schreef Luther zijn beroemde boekje ”De vrijheid van een christen”. Tijdens de rijksdag te Worms beriep hij zich op de vrijheid van zijn geweten: „Mijn geweten is aan niets anders gebonden dan aan het Woord van God.” Welke betekenis heeft Luthers visie op de christelijke vrijheid voor de kerk en samenleving anno nu?

Volgens allerlei filosofen en liberale theologen is Luther de held van de menselijke vrijheid, de voorvechter van de autonomie, de strijder tegen dogmatisme. Maar Luther zou daarvan gruwen. De mens die doet wat hijzelf wil, is immers niet vrij, maar gevangene van zijn eigen slechte verlangens. Alleen wie doet wat God wil, is vrij.

De tegenovergestelde mening zou kunnen zijn dat geestelijke vrijheid niets te maken heeft met maatschappelijke vrijheid. Maar die boedelscheiding is onterecht. Luthers visie op de christelijke vrijheid heeft wel degelijk consequenties voor het leven van alledag.

Ik betoog in dit artikel dat Luthers boodschap over vrijheid belangrijk is anno 2021. Maar eerst laat ik zien wat hij onder christelijke vrijheid verstond.

Dodelijke vijanden

In 1520 schreef Luther zijn drie belangrijkste reformatorische geschriften. Van deze drie is ”De vrijheid van een christen” de bekendste. Alle drie gaan ze over gevangenschap en bevrijding. Dat is veelzeggend: niet rechtvaardiging of vergeving of bekering of wedergeboorte of heiligmaking, maar vrijheid was voor Luther het centrale woord.

Nu kunnen we op twee manieren over vrijheid spreken: we kunnen ”vrij zijn van” en ”vrij zijn tot”. ”Vrij van” gaat over bevrijding: we worden verlost van alles wat ons in zijn macht heeft en gevangen houdt. ”Vrij tot” gaat vervolgens over de mogelijkheden om, eenmaal bevrijd, te kiezen wat we willen. Luthers visie op vrijheid gaat vooral over ”vrij van”, dus over bevrijding. Zodra de mens bevrijd is van wat hem gevangen hield, is hij namelijk vrij tot slechts één ding: de naaste dienen door de liefde (Galaten 5:13).

Waarvan is een christen bevrijd? Van de machten van zonde, dood, hel, duivel, angst en wet. Zolang wij niet bevrijd zijn, verkeren wij in de greep van deze kosmische machten. Zij beangstigen ons, terroriseren ons, maken ons machteloos, verslinden ons. Maar een christen is bevrijd. In plaats dat deze dodelijke vijanden hem overwinnen, heeft hij macht over hen.

Koning en priester

Deze bevrijding van de machten bewerkt de christen niet zelf. Christus bevrijdt! Wie in Christus gelooft, wordt aan Hem verbonden, aldus Luther. Deze verbinding is zo sterk, dat de gelovige alles krijgt wat Christus heeft. Jezus Christus heeft de kwade machten overwonnen: „Door te lijden, te sterven en tot in de hel af te dalen, overwint Hij alles. Zonde noch dood noch hel kan Hem verzwelgen. En daarom zijn zij zonder enige twijfel in Hem verzwolgen, in een strijd die ons verstomd doet staan. Zo wordt de gelovige ziel vrij van alle zonden, beveiligd voor de dood en behoed voor de hel”. Luther vervolgt: „Iedere christen wordt door het geloof zo boven alles uit geheven dat hij door een geestelijke macht volledig heer over alles is, zodat geen enkel ding hem op enige wijze kan schaden. Ja, zelfs zijn alle dingen aan hem onderworpen en gedwongen om hem tot zaligheid te dienen.”

Luther noemt dit het koningschap van elke gelovige. Maar gelovigen zijn ook priesters: „En dit is veel uitnemender dan het koningschap, omdat wij op grond van dit priesterschap waardig zijn om voor God te verschijnen, en met vertrouwen te roepen: „Abba, Vader”.” Iedere gelovige mag zelf rechtstreeks tot God gaan met vrijmoedigheid. Hij heeft geen bemiddeling nodig door de kerk, door geestelijken of door heiligen. Luther vat samen: „Door de koninklijke macht beheerst de gelovige alles: dood, leven, zonde enzovoorts. Door de priesterlijke heerlijkheid vermag de gelovige alle dingen bij God, omdat God doet wat hij vraagt en verlangt.”

Luthers boodschap van de christelijke vrijheid verlost ons van alle menselijke en duivelse machten, en plaatst de gelovigen rechtstreeks voor de genadetroon van God: „Milde handen, vriend’lijk’ ogen zijn bij U van eeuwigheid.” En wie God vóór zich heeft, heeft niemand meer tegen (Romeinen 8:31).

Radicaal

Wat heeft Luthers boodschap over vrijheid ons te zeggen? Heel veel, want ook nu zijn er allerlei machten die onze geestelijke vrijheid bedreigen. Naast de machten die Luther noemde, denk ik aan manipulatie, misbruik, indoctrinatie, bedreiging, psychische druk, pestgedrag, enzovoorts. Luthers tijdgenoten werden niet zozeer gekweld door schuldgevoelens als wel geterroriseerd door angst. Geldt dat nu ook niet? Nederland is een vrij land, als je denkt aan ”vrij tot”: we kunnen doen wat we willen. Maar zijn we ook ”vrij van”? Wie is er bevrijd van de duistere machten? Alleen wie in Christus gelooft. Gelovigen zijn de enigen ter wereld die niet bang hoeven te zijn. Zij alleen zijn vrije burgers.

Luther zag ook wel dat gelovigen niet zomaar en vanzelf uit deze vrijheid leven. Het eerste gevecht in de geestelijke strijd is om te aanvaarden dat je bevrijd bent. Daarom moet in de prediking deze vrijheid worden verkondigd: gelovigen hebben een vrij en goed geweten (HC Zondag 12, vraag 32). Het klinkt daarom als een feit en als een opdracht: „Sta in de vrijheid waarmee Christus u vrijgemaakt heeft” (Galaten 5:1). Want zonder christelijke vrijheid is er geen christendom.

Ik besef natuurlijk heel goed dat dit een radicale boodschap is. Een predikant die over christelijke vrijheid preekt, verkondigt dat een christen de ambten niet nodig heeft in de relatie tot God. Zaagt de predikant daarmee niet in de poten van zijn eigen heilige stoel? Wat blijft er over van het ambtelijke gezag? Toch moet precies dit de boodschap zijn. De ambten zijn dienend, niet bemiddelend. Anders vervallen ook wij in kerkelijke en ambtelijke dwang.

Alleen vanuit de boodschap van de christelijke vrijheid kunnen wij leven in onze Nederlandse maatschappij. Elke gelovige is koning. Wij zijn heer over alles, aan Christus alleen onderworpen. Wij zijn door Jezus’ overwinning bevrijd van de machten van geld, seks, aanzien, mensenvrees, zonde, dood en hel. Wij waren slaaf maar zijn bevrijd. Wij waren machteloos maar zijn nu overwinnaars. Luther zou zeggen: „Als je dit hoort, wordt je hart toch tot in zijn merg verblijd! Als je deze troost ontvangen hebt, vult je hart zich toch met liefde voor Christus! Wie is er die zo’n hart nog bang kan maken?”

De auteur is wetenschappelijk medewerker aan de Theologische Universiteit Apeldoorn.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer