Militairen VS en Irak controleren driekwart Fallujah
De Iraakse stad Fallujah, een bolwerk van verzet tegen de Amerikanen en hun medestanders, is voor driekwart in handen van Amerikaanse en Iraakse militairen. Dat heeft een legerwoordvoerder van de VS donderdag gezegd.
Sinds het grote offensief op Fallujah maandag begon, hebben de Amerikaanse en Iraakse militairen volgens een bron binnen de Amerikaanse strijdkrachten, die anoniem wenste te blijven, meer dan vijfhonderd rebellen gedood. Eerder had de hoogste militair van de VS, Richard Myers, al gezegd dat „honderden en nog eens honderden" opstandelingen waren gedood of gevangen.
Het offensief heeft tot dusver achttien Amerikaanse militairen het leven gekost. Verder sneuvelden vijf Iraakse soldaten en raakten 69 Amerikaanse en 34 Iraakse militairen gewond.
Voorlopig is er nog geen behoefte aan extra Amerikaanse militairen in Irak. Dat zei president George Bush donderdag na afloop van een ontmoeting met secretaris–generaal Jaap de Hoop Scheffer van de NAVO. Volgens Bush had de bevelhebber ter plaatse nog niet om meer militairen gevraagd. Hij zei aan zo’n verzoek wel te zullen voldoen.
Een Amerikaanse legerwoordvoerder vertelde dat Fallujah huis voor huis moet worden veroverd op radicale Iraki’s. In een van de huizen vonden Amerikaanse militairen drie Iraakse gijzelaars. De drie lagen aan handen en voeten geboeid in een kelder. Ze waren er zeer slecht aan toe door dorst, honger en martelingen.
Iraakse troepen hadden woensdag huizen aangetroffen waar gijzelaars werden vastgehouden en gedood. Dat leverde echter geen nieuws op over het lot van de gegijzelde Britse hulpverleenster Margaret Hassan en twee Franse journalisten.
Terwijl Amerikaanse en Iraakse militairen Fallujah onder controle proberen te krijgen, gaat het geweld van opstandelingen elders in Irak onverminderd voort. In de hoofdstad Bagdad kwamen donderdag ten minste zeventien mensen om het leven toen een autobom ontplofte in een verkeersopstopping in een drukke winkelstraat. Ruim twintig mensen raakten gewond. Veel auto’s vlogen in brand. Ook aan gebouwen ontstond grote schade. Door de verkeersdrukte konden ambulances de gewonden niet snel bereiken.
In de Noord–Iraakse stad Kirkuk pleegden onbekenden een aanslag op de gouverneur. Daardoor raakten zeker veertien mensen gewond, onder wie vier lijfwachten van de gouverneur, die zelf ongedeerd bleef. In Mosul, eveneens in het noorden, hebben gemaskerde mannen zes politiebureaus bestormd. Ze namen wapens mee en staken de gebouwen in brand.
In het rebellenbolwerk Baquba, ten noorden van Bagdad, werd een gebouw van de Iraakse Nationale Garde aangevallen. Een Iraakse militair kwam om het leven en drie anderen raakten gewond.