De lange Europese strijd voor vaccins van AstraZeneca
Van favoriet naar zondebok. De Brits-Zweedse farmaceut AstraZeneca kreeg dat binnen een half jaar voor elkaar in Brussel. Hoe jaagde de vaccinmaker de Europese Unie zo snel op de kast?
De Europese Unie is bereid ver te gaan voor vaccins tegen het coronavirus. De Europese Commissie maakte begin deze week bekend AstraZeneca voor de Belgische rechter te slepen omdat de farmaceut minder vaccins levert dan beloofd. De strijd om vaccins zullen de twee partijen eind mei in een Belgische rechtbank publiekelijk gaan uitvechten.
De rechtszaak komt niet als een verrassing: al maandenlang vechten de farmaceut en de Commissie elkaar de tent uit. De pijn van gemiste kansen aan de kant van de EU veranderde in sneltreinvaart in grote woede, gericht op de farmaceut.
Nog voordat het besef van de omvang van de pandemie begin vorig jaar echt was doorgedrongen, liet een EU-lidstaat een kans aan zich voorbijgaan. Nederland kreeg het in april 2020 niet in rap tempo voor elkaar om te investeren in het coronavaccin van de Universiteit van Oxford, meldde de NOS bijna een jaar later.
Het Verenigd Koninkrijk deed dat wel en leek zo een voet tussen de deur te krijgen. Daarnaast kondigde de universiteit niet veel later een samenwerking met farmaceut AstraZeneca aan. Het begin van het later zeer gewilde en schaarse AstraZeneca-vaccin was een feit.
Aanpak
De EU was op dat moment vooral nog aan het discussiëren over hoe een Europese aanpak van de coronapandemie eruit zou moeten zien: welke zaken regelen we als lidstaten gezamenlijk, welke niet? Het duurde maanden voordat er een definitief besluit kwam over het gezamenlijk kopen van coronavaccins.
De 27 Europese ministers van Volksgezondheid gaven op 12 juni groen licht voor het voorstel van de Commissie om dat te gaan regelen. Voor een aantal lidstaten kon het echter niet snel genoeg gaan. Duitsland, Frankrijk, Italië en Nederland kondigden een dag later aan dat ze al een deal hadden gesloten voor zo’n 300 tot 400 miljoen AstraZeneca-vaccins.
Qua timing liep de EU hierdoor niet ver achter op het Verenigd Koninkrijk, dat maanden later een voorbeeld van een snelle en succesvolle vaccinatiecampagne zou blijken te zijn. Het land dat net de Unie had verlaten, besloot die zomer zich niet bij de EU te voegen en op eigen houtje vaccins te kopen. Het sloot net als de vier EU-landen in juni een akkoord met AstraZeneca.
De Commissie nam het daarna van de vier lidstaten over. Dat was voor Brussel een pijnlijk signaal dat het tot dan toe langzamer dan gewenst handelde. Het was vervolgens wachten tot eind augustus. Toen trad haar eerste contract voor de koop van vaccins in werking – die met de Brits-Zweedse farmaceut. Het ging om 300 miljoen vaccins, met een mogelijkheid nog eens 100 miljoen extra doses te kopen.
Dat moment blijkt cruciaal te zijn geweest. Nu de EU zich klaarstoomt voor een zitting in de rechtbank, draait het erom wat er precies in dat contract staat dat de twee partijen van de zomer sloten. AstraZeneca wijst op de zinsnede in het contract dat het zijn best zou doen om de Europese bestellingen te leveren. Er zou dus volgens de farmaceut geen sprake zijn van bindende verplichtingen, maar van goedbedoelde voornemens.
Blij
Dat AstraZeneca een half jaar later wél voldoende vaccins aan het Verenigd Koninkrijk levert, stuit in het bijzonder op Brusselse boosheid. Daarnaast is de EU op zijn zachtst gezegd niet blij dat twee Britse fabrieken die AstraZeneca-vaccins produceren, die vaccins binnen de grenzen houden en niet naar het Europese vasteland exporteren.
De bron van die pijnpunten is ook terug te vinden in de contracten van afgelopen zomer. Uit onderzoek door nieuwssite Politico blijkt dat AstraZeneca en de EU inderdaad afspraken dat de bevoorrading van vaccins ook vanuit het Verenigd Koninkrijk zou plaatsvinden. De farmaceut moet echter vanwege een contract met de Britten de concrete verplichting nakomen dat het land eerst zelf voldoende vaccins heeft voordat er sprake kan zijn van export.
Bovendien blijkt uit dat onderzoek van Politico dat het niet naleven van de afspraken met Londen grotere gevolgen heeft voor AstraZeneca. In het contract met de Britten is een concreet beschreven strafprocedure opgenomen, voor het geval er aanzienlijke vertragingen in de levering van coronavaccins zouden optreden. Dat staat echter niet zo duidelijk beschreven in het contract met de EU.
Brussel had echter kunnen voorkomen dat het contract juridisch niet zo goed dichtgetimmerd is. Dat bleek dinsdag uit opgevraagde documenten door Politico en opinieblad Knack. De Belgische regering was voor het tekenen van het contract met AstraZeneca door een adviseur op de hoogte gebracht dat de overeenkomst geen zekerheid bood. Het contract zou weinig mogelijkheden geven om de levering van vaccins af te dwingen.
Toen was er echter nog geen vuiltje aan de lucht. Waarom zouden we AstraZeneca niet op zijn woord geloven als het zegt te kunnen leveren? Die houding van de EU veranderde in januari. Het Verenigd Koninkrijk was al begonnen met het prikken met het AstraZeneca-vaccin, maar de Unie wachtte nog op goedkeuring door het Europees Geneesmiddelenagentschap (EMA).
Nog voordat EMA het vaccin goedkeurde, ging het mis. De farmaceut meldde eind januari dat er minder vaccins voor de EU beschikbaar zouden zijn dan in eerste instantie gedacht. Er waren volgens het bedrijf problemen met de productie en grondstoffen. Brussel eiste opheldering en meer vaccins, maar kreeg in beide dossiers geen bevredigend antwoord.
Geruchten
Meteen deden er geruchten de ronde dat de Commissie het nemen van juridische stappen tegen de farmaceut zou overwegen. Zover komt het echter nog niet. Wel komen er strengere exportcontroles. Een paar maanden later, na herhaaldelijke teleurstellingen dat AstraZeneca niet levert wat het beloofde, is de maat echt vol en is een rechtszaak een feit.
Het doel van de zaak is om alsnog meer vaccins te bemachtigen. Het is echter maar zeer de vraag of dat wat gaat opleveren: een zitting in een Belgische rechtbank tovert niet opeens meer doses tevoorschijn. Dat was eerder ook het argument van sommige lidstaten om niet een zaak aan te spannen. Nu is er echter helemaal niets meer te verliezen. De relatie tussen de twee is volgens een EU-bron al voorgoed verzuurd.