Kamer kritisch op wet quarantaineplicht
In een debat met minister De Jonge (VWS) reageerde de Tweede Kamer woensdag kritisch op diens wetsvoorstel om een quarantaineplicht in te voeren voor reizigers uit risicolanden.
De kritiek van diverse fracties richtte zich onder meer op de vraag of het haalbaar is zo’n plicht te handhaven.
Volgens het wetsvoorstel van het kabinet moeten reizigers uit landen met een zeer hoog coronarisico straks een adres opgeven waar ze tien dagen in quarantaine gaan, plus een telefoonnummer waarop ze bereikbaar moeten zijn.
Vanuit een tien leden tellend belteam van boa’s kunnen zij vervolgens gebeld worden voor controle. Het team kan volgens De Jonge straks driehonderd mensen per dag bellen.
Onder andere D66, SP en BIJ1 vroegen De Jonge of in dit systeem de pakkans niet te klein is, ook doordat mensen als ze een telefoontje krijgen alsnog snel naar huis kunnen gaan.
De Jonge is hier niet bang voor. Hij wees erop dat niet alleen de pakkans een rol speelt in de naleving van regels, maar ook de hoogte van de boete, te weten maximaal 435 euro. Wel erkende hij dat het systeem niet waterdicht is.
In de Kamer leefde woensdag ook de vraag of er een uitzondering op de quarantaineplicht moet komen voor mensen die gevaccineerd zijn. PvdA en D66 zijn daar voor. FVD is fel tegen, omdat het dan voor veel mensen zal gaan voelen als een „indirecte vaccinatiedrang”, aangezien ze zonder vaccin dan niet meer met een groep wél gevaccineerden op reis kunnen.
Te vroeg
De Jonge vindt het nu nog te vroeg voor een uitzondering. „Er komt hopelijk een moment dat we kunnen zeggen dat mensen die gevaccineerd zijn een geringe rol spelen in de verspreiding. Als aan die voorwaarde is voldaan, en een vaccinatiebewijs is technisch mogelijk, dan is het een terechte stap in een proportionele vormgeving van de wet. Maar nu zijn we nog niet zover.”
Over het wetsvoorstel en mogelijke wijzigingen wordt begin mei gestemd. Een meerderheid in de Tweede Kamer zal er waarschijnlijk mee instemmen.