Het was de grootste demonstratie in Egypte sinds eind september 2000 de tweede opstand van de Palestijnen in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever begon.

De betogers negeerden een verbod op het houden van betogingen op de openbare weg, dat sinds de moord op president Anwar Sadat in 1981 van kracht is. Op de campussen van universiteiten zijn betogingen wel toegestaan.

Voor de universiteit van Caïro verspreidden agenten met traangasgranaten en waterkanonnen bijna 20.000 betogers die aandrongen op de uitwijzing van de Israëlische ambassadeur en de verbreking van de diplomatieke betrekkingen met de Joodse staat. Egypte tekende in 1979 een vredesakkoord met Israël. De ambassade van Israël ligt slechts 200 meter van de universiteit.

Ook voor andere universiteiten in de Egyptische hoofdstad en in Alexandrië demonstreerden duizenden mensen voor de Palestijnen.

In de Libische hoofdstad Tripoli gingen meer dan 100.000 mensen onder leiding van Muammar Gaddafi de straat op om hun steun aan de Palestijnen te betuigen. De Libische leider riep de Arabische landen op hun grenzen te openen voor volgens hem duizenden Libiërs die als vrijwilliger Yasser Arafat willen bijstaan.

Gaddafi had er geen goed woord voor over dat de Arabische landen vorige week tijdens hun top in Beiroet met het Saudische vredesplan hebben ingestemd. Dit plan houdt in dat de Arabische landen de betrekkingen met Israël normaliseren in ruil voor terugtrekking van Israël uit alle gebieden die dat land tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967 veroverde.

In Jordanië deden honderdduizenden mee aan een algemene staking van zes uur en betogingen ten gunste van de Palestijnen. In de media is aangedrongen op sluiting van de Israëlische ambassade, maar de regering heeft duidelijk gemaakt dat daarvan geen sprake kan zijn.