Surinamers verdeeld over mogelijk staatsbezoek koning
Komt hij of komt hij niet? Dat is de grote vraag die veel Surinamers zich stellen nadat in februari in de Tweede Kamer de wens werd uitgesproken dat koning Willem-Alexander op staatsbezoek naar Suriname gaat. Surinamers hebben echter hun twijfels.
Het was jarenlang gebruikelijk dat op de avond van Koningsdag de Nederlandse ambassadeur de Surinaamse crème de la crème en een select gezelschap uit de Nederlandse gemeenschap op zijn residentie uitnodigde om de verjaardag van de vorst te vieren. Maar vorig jaar gooide corona roet in het eten en ook dit jaar zal de ambassadeur het alléén moeten vieren, vanwege de geldende lockdown in de avonduren.
Surinamers deert dat niet, omdat het feestje volgens hen toch alleen voor de elite is. Ook over een staatsbezoek van koning Willem-Alexander en koningin Máxima zijn maar weinigen enthousiast.
Dat is anders in politiek Den Haag. „Een staatsbezoek van de koning zou goed zijn om de relatie tussen Nederland en Suriname een verdere impuls te geven”, zo luidde de Haagse motivatie. Jarenlang was zo’n bezoek ondenkbaar, omdat de wegens drugshandel veroordeelde Desi Bouterse in Suriname vanaf 1980 een nadrukkelijke rol speelde. Eerst als dictator en tien jaar lang, tot vorig jaar, als president. Maar nu de rol van Bouterse lijkt uitgespeeld, staat niets een bezoek meer in de weg.
Suriname is, zeker als (oud-)kolonie, in de loop der eeuwen absoluut bekaaid bezocht door personen van koninklijk bloed. In 1835 was prins Frederik Hendrik, derde zoon van Koning Willem II, de eerste Oranje die Suriname bezocht. Hij verbleef hier na een scheepsreis van vijf weken een halve maand.
Inwijding
Volgens de Surinaamsche Courant van 26 juni 1835 reisde de prins met in zijn gevolg „acht welgekleede negerslaven.” Hij was op 5 juli ook aanwezig bij de inwijding van de nieuwe Hervormde kerk in Paramaribo.
Het zou vervolgens meer dan een eeuw duren voordat er weer een lid van het koningshuis de moeite nam om de onderdanen overzee te vereren met een bezoekje. Toen nog prinses Juliana bezocht ons land in 1943 en eind 1955 kwam ze als koningin nogmaals.
Haar moeder Wilhelmina had, met de voorzichtige komst van de commerciële luchtvaart, eigenlijk ook al naar Suriname gekund. Maar zij hield niet van enge beestjes en mogelijke tropische ziekten, dus ze bleef liever thuis.
Aan de moeder van Willem-Alexander, Beatrix, bewaren Surinamers de beste herinneringen. Ze was als prinses hier met prins Claus tijdens hun uitgebreide huwelijksreis in 1966 en bij de onafhankelijkheidswording in 1975.
Ze werd ervaren als een gewone vrouw met een aanstekelijke glimlach. Als koningin is ze hier nooit geweest. Ze werd pas in 1980 gekroond, hetzelfde jaar waarin het tijdperk-Bouterse begon.
Maar voor het koningspaar voet aan de grond zet in Suriname en op een hartelijk welkom kan rekenen, moet er volgens velen nog heel wat water door de Surinamerivier stromen. En moet ook vooral dat hardnekkige coronavirus verdwenen zijn.