Koolmees: kritische Kamerleden nooit de mond gesnoerd
Demissionair minister Wouter Koolmees (D66) weerspreekt dat het kabinet kritische Kamerleden van de coalitie het zwijgen heeft willen opleggen. „Ik en ook mijn collega’s hebben nooit gezegd: je moet je mond houden, je mag geen kritische vragen stellen”, zegt hij in de Talkshow Op1. „We hebben wel verantwoordelijkheid gevraagd van mensen: help nou mee dingen op te lossen.”
Maandagavond publiceerde het kabinet voor het eerst voortijdig de notulen van de ministerraad. Het gaat om verslagen van gesprekken die zijn gevoerd over de toeslagenaffaire. In het blootleggen van dat schandaal speelde onder anderen CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt een belangrijke rol. Ministers beklaagden zich in de ministerraad uitgebreid over de opstelling van bepaalde coalitie-Kamerleden, terwijl het de taak is van de Tweede Kamer om de regering te controleren.
Daar is volgens Koolmees ook geen kritiek op geuit door bewindspersonen. Maar hij vindt wel dat sommige Kamerleden „vooral onderling ruzie aan het maken waren binnen de coalitie”. Uit de gespreksverslagen blijkt onder meer dat de D66-bewindsman „zeer ontstemd” was over de samenwerking tussen Omtzigt en Kamerlid Renske Leijten van oppositiepartij SP. „Als je naar mijn quotes kijkt, staat er ook dat ik op zoek ben om het probleem op te lossen.”
Niet iedereen had die prioriteit, meent Koolmees „Medio 2019 waren we in de coalitie meer bezig met elkaar vliegen afvangen dan met het oplossen van de problemen”, zegt hij. De minister noemt zichzelf „geëmotioneerd” en „best wel boos”. Hij vond het moeilijk dat hij de afgelopen tijd geen weerwoord kon bieden, nadat RTL Nieuws onthullingen deed uit de ministerraad. De notulen van dat overleg zijn staatsgeheim. Het kabinet doet dan ook aangifte van het lek.
„Normaal gesproken blijven die notulen 25 jaar vertrouwelijk. Omdat het ook een vertrouwelijke plek moet zijn om deze problemen te bespreken”, zegt Koolmees daarover. Hij vindt het ook niet zo gek dat de ministers onderling blijk geven van hun frustratie. „Die emotie moet eruit”, verklaart de bewindsman.