Kerk & religie
Moet de kerk straks sleutels uit handen geven?

Gemeentelijke overheden krijgen, als het aan het kabinet ligt, de bevoegdheid om kerken en andere levensbeschouwelijke gebouwen tien dagen te sluiten wanneer daar een coronabrandhaard is. Hoe nu aan te kijken tegen dit voornemen, waarin het kabinet een advies van de Raad van State volgt? Vier personen reageren.

Eunice Hoekman en Klaas van der Zwaag
Beeld RD
Beeld RD

„Geen aanslag op godsdienstvrijheid”

17055046.JPG
Prof. dr. Sophie van Bijsterveld. beeld RD, Anton Dommerholt

Het is te waarderen dat de regering in eerste instantie uitging van de eigen verantwoordelijkheid van kerken en dat zij de terughoudendheid jegens kerken serieus neemt, zegt prof. dr. Sophie van Bijsterveld, hoogleraar religie, recht en samenleving aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en auteur van diverse boeken over de verhouding tussen overheid en religie. „De regering ging daarbij dus uit van vrijheid voor de kerken, in de zin van een vrijheid die wel degelijk met verantwoordelijkheid gepaard gaat.”

Toch is naar haar overtuiging het schrappen van de uitzonderingssituatie voor kerken, zoals de Raad van State adviseert, juridisch te rechtvaardigen en wordt door het nieuwe voorstel de vrijheid van godsdienst geen geweld aangedaan. Dat komt volgens haar door de „genuanceerde benadering” van deze nieuwe, verreikende bevoegdheid van de burgemeester.

Het nieuwe voorstel houdt in dat de gewone regeling in beginsel niet geldt voor kerkgebouwen „tenzij de bescherming van de volksgezondheid dit vordert.” Prof. Van Bijsterveld: „Er is dus urgentie vereist. Daarnaast geldt een procedure: de kerk krijgt eerst de gelegenheid zelf meteen het nodige te doen. Pas als dat onvoldoende is, kan de burgemeester het sluitingsbevel geven. De kerk houdt ook dan de mogelijkheid om met de burgemeester te overleggen hoe de uitoefening van de vrijheid zo min mogelijk beperkt wordt.”

Het is volgens Van Bijsterveld zaak voor kerken om het niet op sluiting aan te laten komen. „Neem straks ook onder deze regeling de eigen verantwoordelijkheid serieus. Er zijn voldoende manieren het kerkelijk werk doorgang te laten vinden op een voor de volksgezondheid en de gezondheid van de eigen leden verantwoorde manier.”

„Alleen ingrijpen in echte noodsituatie”

„Laten we persoonlijk en als kerken in de eerste plaats om Gods bescherming bidden en vragen of de Heere ons ruimte wil geven en laten om Hem naar Zijn Woord te dienen. Of Hij daartoe goede wegen wil wijzen”, zegt ds. P. Mulder, preses van de laatstgehouden synode van de Gereformeerde Gemeenten.

Daarbij hoort volgens de predikant uit Leiderdorp ook het gebed voor de overheid, „of zij de juiste lijnen wil trekken. Onze afhankelijkheid van Hem staat bovenaan.”

In een zaak als deze is uiteraard ook het tijdsbeeld aan de orde, stelt ds. Mulder. „Helaas wordt de bijzondere positie van de kerk steeds minder gezien en erkend. Dat blijkt elke keer weer en dat is een punt van grote zorg. Als de maatschappelijke wind tegenzit, kan er een grimmige situatie ontstaan. Het is de vraag in hoeverre dit ook specifiek aan deze wet gekoppeld moet worden.”

De predikant hoopt en bidt dat de overheid zorgvuldig omgaat met de bijzondere positie van de kerk, dat ook burgemeesters in uitzonderingssituaties dat doen. „Natuurlijk kunnen er zich crisissituaties voordoen, zoals een dijkdoorbraak of een oorlogssituatie. Dat de overheid dan ruimte moet hebben om haar verantwoordelijkheid te nemen, is duidelijk. Dat de burgemeester maatregelen kan nemen bij een clusterbesmetting in de kerk, is ook denkbaar. Maar dan alleen in een echte noodsituatie.”

De kerk moet vooral haar eigen verantwoordelijkheid nemen en die zuiver hanteren, vindt de voormalige synodevoorzitter. „Als je dat goed doet, hoef je hopelijk voor overheidsbeleid niet zo bang te zijn. Iedere situatie zal per geval bekeken moeten worden. Er dient op dat moment een evenwichtige beoordeling plaats te vinden.”

„Jammer dat stok nodig is”

17055045.JPG
Dr. Teunis van Kooten. beeld RD

Grondrechten functioneren niet in het luchtledige, stelt mr. dr. Teunis van Kooten, advocaat en universitair docent religie en recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam en gepromoveerd op de positie van het kerkgenootschap binnen de Nederlandse rechtsorde. „Zij kunnen worden begrensd omdat andere rechten en belangen vóórgaan.”

Beperking van de godsdienstvrijheid in bijvoorbeeld kerkgebouwen moet wel voldoen aan drie voorwaarden: 1. er is een wet nodig, die 2. als doel heeft bijvoorbeeld de volksgezondheid te dienen, en 3. die wet moet ook „noodzakelijk” zijn. „Als het parlement de nieuwe wet aanneemt, wordt aan de eerste twee voorwaarden voldaan.”

De vraag blijft over of de wet ook „noodzakelijk” is. Dr. Van Kooten: „Het gaat in deze wet om uitbraken op specifieke locaties. Je kunt dan denken aan een klein, niet geventileerd kerkgebouw waar niet adequaat kan worden schoongemaakt.”

In dergelijke situaties acht hij het toelaatbaar dat zo’n kerkgebouw op basis van deze wet tijdelijk wordt gesloten. „Maar dan zou de burgemeester mijns inziens wél tegelijkertijd een alternatieve locatie –bijvoorbeeld een sporthal of ander kerkgebouw– moeten aanbieden waarin de getroffen kerkelijke gemeente wél kan samenkomen.”

Op die manier beperk je volgens de jurist de nadelige effecten zo veel mogelijk en dat is óók een juridische plicht voor de overheid. „De wet geeft trouwens ook aan dat de burgemeester in overleg moet gaan met de religieuze organisatie. Het is overigens wel jammer dat de regering nu voorbij gaat aan het zelfregulerend vermogen van kerkgenootschappen en deze stok achter de deur nodig vindt.”

„Er vloeit geen bloed uit”

17055049.JPG
Klaas Ruitenberg. beeld RD, Anton Dommerholt

„Het heeft er misschien wel de schijn van dat er inbreuk wordt gemaakt op de godsdienstvrijheid, maar dat is nog niet de werkelijkheid”, stelt Klaas Ruitenberg, diaken in de gereformeerde gemeente in Nederland te Opheusden. Het Gelderse SGP-Statenlid wil vooral bij de feiten blijven. „Als ik de wetswijziging bekijk, dan vloeit daar niet zo veel bloed uit. Je moet bedenken dat het om een tijdelijke wet gaat waarvan de noodzaak elke drie maanden door kabinet en parlement beoordeeld zal worden.”

Ruitenberg waardeert het positief dat in de toelichting op het wetsvoorstel niet het verloop van de pandemie in de samenleving bepalend is, maar de uitbraak in een kerkgebouw. „Bovendien zal de burgerlijke gemeente eerst met de kerkenraad moeten overleggen voordat zij maatregelen neemt.”

Zijn advies aan kerkenraden is: „Pak je verantwoordelijkheid als zoiets zich afspeelt in je kerk. Onlangs hoorde ik dat corona zich in een kerkgebouw had verspreid doordat de afzuiging in het gebouw niet deugde. Laat het in zo’n geval niet zo ver komen dat de burgemeester het kerkgebouw sluit. Je moet ervoor oppassen door een weigerachtige houding juist de aandacht op je te vestigen. Daarmee geef je een verkeerd signaal af.”

Wat er nu van kerken gevraagd wordt, is billijk, vindt Ruitenberg, die zijn uitspraken op persoonlijke titel doet. „Als je kijkt naar de achterliggende tijd, naar wat er gebeurde op Urk en in Krimpen, is het wel te snappen dat het kabinet dit soort maatregelen neemt. We zitten niet in de positie om ons al te veel te kunnen veroorloven. Laten we ons daarvan bewust zijn. We moeten met verstand te werk gaan.”

„Verkeerd bezig”

17055047.JPG
Prof. dr. Fokko Oldenhuis. beeld Sjaak Verboom

„Wie zich in deze crisis laat voorstaan op vrijheid van godsdienst is verkeerd bezig”, vindt prof. dr. Fokko Oldenhuis, hoogleraar religie en recht bij de faculteit rechtsgeleerdheid te Groningen. „Structurele inperking van godsdienstvrijheid is niet aan de orde. Kerken staan in deze pandemie op één lijn met theaters en bioscopen. Zorg niet voor onnodig irritatie bij medeburgers, waarvan er velen ook nog financieel getroffen worden. Als kerkmens moet je juist nú naast je naaste staan.”

Bij zelfregulering –via het CIO en minister Grapperhaus– heb je geen enkele grip op dwarsliggers, aldus prof. Oldenhuis. „Dat kun je je als samenleving nu niet permitteren. Het kabinet komt terecht op zijn voornemen terug om bij tijdelijke sluiting van publieke plaatsen, in geval van een uitbraak, een uitzondering te maken voor kerken en moskeeën. Mijn wijze vader zou zeggen: Je hebt je verstand niet voor niets van de Heere gekregen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Kerk en corona

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer