Consument

Borduren: lekker traag met naald en draad

Borduren is niets voor ongeduldige mensen. Het schiet totaal niet op. Maar juist daardoor is het heel kalmerend. Misschien is dat wel een van de grootste charmes van deze handwerktechniek.

Geertje Bikker-Otten
26 April 2021 16:33
beeld RD, Anton Dommerholt
beeld RD, Anton Dommerholt

Borduren scoort vast hoog op de ranglijst van ‘slowste’ hobby’s. Ermee bezig zijn slurpt namelijk tijd. Dat is, even voor de goede orde, geen bezwaar maar juist een voordeel. Als je een paar uur met een borduurwerkje op de bank gaat zitten, is het project aan het eind van de avond hoogstens een paar vierkante centimeter gevorderd. Maar dat maakt niet uit, want er is geen deadline, wat ook weleens prettig is. Terwijl de naald op en neer beweegt door de stof raak je zelfs het besef van tijd een beetje kwijt.

Het is geen probleem om een borduurwerk aan de kant te leggen of zelfs helemaal uit het oog te verliezen. Althans: voor mij werkt dat zo. In de kast verblijft een merklap waar zeker vijftien jaar geleden de eerste letters van werden geborduurd. Eens in de zoveel tijd komt hij weer tevoorschijn en werk ik er als dat zo uitkomt een periode aan. Waarna hij weer uit beeld verdwijnt zonder dat dat tot een schuldgevoel leidt.

Want, zoals weleens gezegd wordt: zo’n lap met steken eet geen brood. En van modes die komen en gaan heeft hij ook geen last. Het handwerk in kwestie is een reconstructie van een merklap van een paar eeuwen geleden, dus hij is de oubolligheid ruimschoots voorbij. Als ik die merklap na een lange pauze weer eens openvouw, verbaas ik me juist over de details en de complexiteit van de patroontjes.

Wat ook behoorlijk ‘slow’ is aan borduren: je hebt er maar weinig voor nodig. Een lap stof, garen, een naald en een patroon. Wie al eerder wat borduurde, hoeft voor een nieuw project misschien niet eens nieuw materiaal in te slaan. Met een restje linnen en wat aangebroken bosjes borduurgaren kom je ook een heel eind, ontdekte ik in het afgelopen coronajaar, waarin zomaar even een handwerkwinkel binnenlopen niet altijd mogelijk was.

Voor inspiratie is internet een dankbare bron. Deze winter borduurde ik een aantal portretten aan de hand van een e-book (zie stitchpeople.com). Je componeert daarbij aan de hand van voorbeeldtekeningen je eigen figuurtjes, die je vervolgens ook zelf aankleedt. Huidskleur, haarstijl, favoriete jurk, sneakers of naaldhakken: het is allemaal vrij in te vullen. Zo kun je een soort stripfiguur maken van een vriend of familielid. Het is vermoedelijk eerder kitsch dan kunst, maar dat maakt het genoegen om ermee bezig te zijn niet minder. Het combineren van kleuren en motiefjes prikkelt de fantasie. En het is haast verslavend om al doende eigenzinnige poppetjes onder je handen te zien ontstaan. Bovendien levert het ook nog iets tastbaars op. Bijvoorbeeld een gepersonaliseerd presentje voor een trouwdag of een andere heugelijke gebeurtenis. In de hoop dat de ontvanger een borduurwerkje op de kast of aan de wand niet het toppunt van kleinburgerlijkheid vindt…

Naaldkunst

Een hippe hobby is het niet (meer), borduren. Haken en breien: dat gebeurt volop. Maar ik spreek zelden iemand die weleens in de weer is met een stramien en kruis- of platsteken. Je vraagt je af: als een dominee in een preek begint over het leven als een borduurwerk waarvan je alleen de achterkant ziet, zouden kinderen en tieners dan wel weten waar hij het over heeft? Als je zo’n warboel nog nooit in het echt hebt gezien?

Wie weet komt daar verandering in. De herontdekking van deze naaldkunst is misschien wel dichterbij dan je denkt. In de modewereld staat borduren de laatste jaren namelijk juist wel weer in de belangstelling.

Een illustratief voorbeeld daarvan is een avondjapon van koningin Máxima, gemaakt door de Nederlandse ontwerper Jan Taminiau. Het beigekleurige kledingstuk is versierd met borduursel (vogels en takken) dat is geïnspireerd door het behang van de Japanse Zaal in Paleis Huis ten Bosch. Heel fijntjes en gedetailleerd. Dat moet een enorm karwei zijn geweest.

Karim Adduchi, ontwerper van een jurk die geheel is versierd met borduurwerk in mozaïekmotief, hield bij hoeveel tijd dat kostte. Drie borduursters werkten er samen in totaal 260 uur aan, dat is ongeveer anderhalve maand. Wie aan zo’n megaklus bezig is, zal vermoedelijk wel enige tijdsdruk ervaren en zal er dus niet erg van kalmeren.

Status

Beide versierde japonnen zullen, als de musea hun deuren weer mogen openen, te zien zijn op de expositie ”Haute Bordure” in het Friesch Museum in Leeuwarden. Daar zijn verder met borduursel versierde kledingstukken van Wilhelmina, Juliana en Beatrix te bewonderen. Maar ook, bijvoorbeeld, met gouddraad versierde schoenen uit de zeventiende eeuw. Volgens het boek dat bij de expositie hoort, heeft borduurwerk namelijk al zeker 400 jaar een plaats binnen de mode.

Daar is overigens relatief weinig onderzoek naar gedaan, tot op heden. Volgens de tentoonstellingscatalogus heeft dat „ongetwijfeld te maken met de stereotypische vooroordelen over dit onderwerp. Het beeld dat borduren een decoratieve bezigheid is die binnenshuis door vrouwen wordt uitgevoerd, is ontstaan in de negentiende eeuw, terwijl een borduurder in de zestiende eeuw nog dezelfde status had als een schilder.”

Ooit was het dus juist mannenwerk: borduren. En ook mannen droegen in het verleden graag kledingstukken die met naald en garen uitbundig waren versierd. Op de tentoonstelling zijn bijvoorbeeld mannenvesten en huismutsjes met borduursel te zien.

Wat bij de kledingstukken die in de catalogus worden toegelicht opvalt, is dat er regelmatig sprake is van hergebruik van kleding. Jurken werden bijvoorbeeld uitgelegd of van een andere mouw of taillelijn voorzien. Of door­gegeven aan een dochter, en vervolgens aangepast. Dat zal overigens niet alleen met geborduurde stoffen gebeurd zijn. Materiaal was in het verleden schaars en duur, dus werd daar heel zuinig mee omgesprongen.

Zelf aan de slag

Wie door te lezen over borduren zin krijgt om zelf aan de slag te gaan, kan daarvoor terecht op de website van het Friesch Museum. Daar zijn vijf patronen voor borduurwerk uit vijf verschillende tijdperken te downloaden. Inclusief uitleg van gebruikte steken als de platsteek en de steelsteek en het Franse knoopje. Hoe je een en ander aan moet pakken, wordt vanaf de basis uitgelegd. Zelfs het aan- en afhechten van de draad komt aan bod.

Het gaat bij deze downloads overigens niet om tel­patronen maar om bloemmotieven, die eerst met bijvoorbeeld een uitwasbare stift op de stof moeten worden overgenomen.

Grappig is de tip om een patroontje te gebruiken om een vlek of een gaatje in een kledingstuk te camoufleren. Zo gebeurde dat ongetwijfeld in het verleden ook. Lekker duurzaam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer