Op zoek naar religie bij mensen thuis
Basiskennis over religie is voor journalisten onmisbaar. Maar docent Pauline Weseman wil haar studenten journalistiek vooral dit meegeven: Probeer religieuze mensen open te benaderen en te achterhalen wat hun drijfveren zijn.
Weseman studeerde in 1995 af aan de Evangelische School voor Journalistiek, die later onderdeel werd van de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Ze werkte bij AD Utrechts Nieuwsblad en schrijft nu onder meer voor Trouw. Sinds 2012 is ze docent aan de School voor Journalistiek in Utrecht, waar ze het vak levensbeschouwing geeft.
In hoeverre leeft het thema religie onder studenten?
„De huidige generatie studenten heeft bijna niets meegekregen van religie, maar vindt het wel reuze-interessant. Ze wil graag weten hoe mensen denken. Ik signaleer een honger om te begrijpen wat er op religieus terrein speelt. Tegelijk lopen studenten tegen een tekort aan kennis aan.”
Welke plek heeft religie in de opleiding?
„In 2016 ben ik begonnen met het vak levensbeschouwing voor alle eerstejaarsstudenten, dit seizoen 421. Zij krijgen er gedurende een half collegeblok –vijf weken– les over, vergelijkbaar met vakken als kunst, wonen en recht. Het gaat om twee hoorcolleges en vier werkcolleges. Aan de orde komen onder meer de vijf wereldreligies –jodendom, christendom, islam, hindoeïsme en boeddhisme– en spiritualiteit. We geven de studenten daarover de nodige basiskennis mee, maar maken vooral ook duidelijk hoe ze zich er verder in kunnen verdiepen, waar ze informatie kunnen vinden en hoe ze die kunnen toepassen. En we staan stil bij de vraag: Hoe kijk je naar religie, door welke bril?
Ook bij media-ethiek en humanities komt het onderwerp aan de orde. Voor het laatste vak interviewen studenten iemand die in veel opzichten –denk aan religie, leeftijd, politiek en etniciteit– van hen verschilt. Op die manier komen ze uit hun eigen bubbel. Daarbij komt religie eveneens vaak aan bod.”
Wat geeft u studenten als basiskennis mee over het christelijk geloof?
„Zoals bij alle godsdiensten wijs ik erop dat hét christendom niet bestaat, maar dat er allerlei schakeringen zijn. Ik maak bijvoorbeeld het verschil duidelijk tussen katholieken en protestanten. Dat onderscheid moeten studenten wel kennen, evenals de betekenis van de christelijke feestdagen.
Aan de orde komt ook waar christenen hun geloof op baseren en hoe ze het beleven. Ik laat bijvoorbeeld een Bijbel zien en leg uit hoe die in elkaar zit. We kijken bovendien verder dan Nederland. Hier hebben we het beeld dat christenen een beetje aan het uitsterven zijn, maar als je let op de rest van de wereld neemt hun aantal juist toe.”
Wat valt u op als het om aandacht voor religie in de media gaat?
„Het zijn meestal berichten die in een negatief daglicht staan: een kerk op Urk die de coronaregels aan zijn laars lijkt te lappen, Lale Gül die schrijft over haar strengislamitische opvoeding, ophef over reformatorische christenen en homoseksualiteit. Nieuws richt zich vaak op conflicten en zaken die afwijkend zijn. Het is belangrijk te beseffen dat dit slechts een klein deel van de werkelijkheid is.
Ik stimuleer studenten hun blik te verbreden: er zijn heel veel verhalen die niet onder een vergrootglas liggen. Ook vind ik het belangrijk duidelijk te maken dat religie zich niet alleen in de kerk afspeelt, maar eveneens in het onderwijs, de kunst, het bedrijfsleven en de privésfeer. Ga niet altijd meteen naar een kerk, maar kijk bijvoorbeeld ook eens naar de plek van religie bij mensen thuis.”
Wat ziet u als belangrijke lessen na incidenten bij kerken in Urk en Krimpen aan de IJssel?
„Vooropgesteld: geweld tegen journalisten is uit den boze, dat staat buiten kijf. Tegen journalisten zou ik willen zeggen: Laat je oordeel thuis, verdiep je in deze christenen, probeer hen open te benaderen, te leren kennen en te achterhalen wat hun drijfveren zijn. Waarom is kerkgang voor hen zo belangrijk? Dat vraagt ook iets van kerken: ga het gesprek met journalisten aan, vertel jouw kant van het verhaal en zet de deuren open.”