Stap af van online lessen en zet de anderhalvemeterregel op scholen na de meivakantie overboord. Dat is de wens van de ministers Koolmees (Sociale Zaken), Hoekstra (Financiën) en Van ’t Wout (Economische Zaken), zo blijkt uit vrijgegeven vergaderstukken. De drie bewindslieden maken zich zorgen over achterstanden die leerlingen oplopen. Veel jongeren zijn mentaal „aan het eind van hun Latijn.”

Het OMT loopt minder hard van stapel. Dat vindt het nog te vroeg om de 1,5 meter afstand op middelbare scholen na de meivakantie los te laten. Reformatorische scholen staan niet te juichen bij het voorstel van de drie ministers de scholen na de meivakantie helemaal open te zetten.

Jan Bakker, bestuursvoorzitter van het Calvijn College, trapt op de rem. „Het is echt beter om nog even te wachten, hoezeer docenten hun leerlingen het liefst ook in het klaslokaal voor hun neus zien zitten.”

Bakker wijst erop dat de afdeling ”Produceren, Installeren en Energie” van de locatie Krabbendijke Kerkpolder vanwege corona is gesloten. „Het merendeel van de docenten op die afdeling is besmet. Dat heeft best impact.”

De anderhalvemeterregel is op school „een farce”, zegt Bakker. „Het blijkt in de praktijk niet te doen om die regel te handhaven. We gaan niet jagen op jongeren die te dicht op elkaar staan. Een school is geen politiestaat. We willen het gezellig houden.”

Vroege kant

Ook bestuursvoorzitter Chris Flikweert van de Gomarus scholengemeenschap in Gorinchem reageert terughoudend. „Ik vind het aan de vroege kant om na de meivakantie de school weer helemaal open te doen. In onze regio stijgen de besmettingscijfers nog iets. Laten die eerst maar eens dalen. Daarna zouden de leerlingen zo snel mogelijk weer volledig fysiek onderwijs kunnen volgen. Ik ben daar sterk voor. Het zou fijn zijn als leerlingen voorafgaand aan de zomervakantie nog een paar weken weer op school als groep bij elkaar kunnen komen.”

Nu komen de leerlingen van de Gomarus om de dag naar de school toe. De helft van de week volgen ze online les. „Dat is nog wel een paar weken vol te houden”, zegt Flikweert. Examenkandidaten blokken sinds kort alleen maar thuis.

Jojo-beleid

Sceptisch op de wensen van de drie bewindslieden reageert ook Willem de Potter, bestuursvoorzitter van het Hoornbeeck College en het Van Lodenstein College. „Iedereen heeft hier een mening over. Het OMT regeert Nederland niet, die drie ministers regeren Nederland niet, het kabinet regeert ons land. Wij volgen het kabinet.”

De Potter wil geen „jojo-beleid.” „Als we op school de 1,5 meter los zouden mogen laten, wil ik dat dat dan ook echt zo zal blijven. Niemand zit erop te wachten dat de scholen na de meivakantie helemaal open zouden gaan en dat een paar weken later vanwege oplopende besmettingen de versoepelingen weer worden teruggedraaid. Dan zou je wéér alle lesroosters op z’n kop moeten zetten.”

Hij hoopt dat de scholen snel weer helemaal open kunnen. „Gelukkig komt volledig fysiek lesgeven weer in beeld. Juist het huidige hybride onderwijs, dus de mengvorm van online en in de klas lesgeven, is voor docenten een grote belasting. Wij zien uit naar de tijd dat alles weer gewoon is. Het is een zegen dat we online les kunnen geven, maar toch is er niks beters dan dat docenten en leerlingen elkaar persoonlijk ontmoeten en spreken.”

Haarden

Johan van Putten, bestuursvoorzitter van de Pieter Zandt scholengemeenschap, voelt wel wat voor het idee om de scholen na de meivakantie weer volledig open te gooien. „Soms moet je een gecalculeerd risico nemen. Het handhaven van de 1,5 meter afstand op school is nu al eigenlijk niet te doen. Dus op dat gebied verandert er praktisch niet zo veel.”

Wel zal de school bij volledige openstelling de vinger aan de pols moeten houden, tekent Van Putten aan. „Op het moment dat het weer volle bak is in de leslokalen, neemt het risico op besmetting toe. Dus moet je heel alert zijn op haarden van coronabesmettingen. En moet je rigide maatregelen durven nemen, zoals een klas of een cluster naar huis sturen.”

De Pieter Zandt wil ouders en leerlingen binnenkort coronazelftests aanbieden, mits de medezeggenschapsraad daarvoor groen licht geeft. De tests zijn gratis, beschikbaar gesteld door de overheid. „Ouders en leerlingen worden zeker niet gedwongen om die tests af te nemen”, benadrukt Van Putten. „Als mensen bezwaar hebben tegen zo’n zelftest, respecteren we dat voluit.”

De school broedt op ideeën om docenten die opzien tegen volle klassen ter wille te zijn. „Ik kan me voorstellen dat een docent met een kwetsbare gezondheid het niet aangenaam vindt om voor een volle klas, een groep van 32 scholieren, te staan. We proberen in die gevallen maatwerk te bieden. Tussen leerlingen en zo’n docent kan bijvoorbeeld een groot spatscherm geplaatst worden. In het uiterste geval zou een docent online les kunnen blijven geven. De leerlingen zitten dan wel in de klas. De vakdocent achter zijn computer thuis krijgt dan hulp van bijvoorbeeld een onderwijsassistent, die wel lijfelijk aanwezig is in de klas.”

Van Putten schat dat dergelijke oplossingen voor pakweg vijf van de 200 collega’s nodig zouden kunnen zijn. „De grote meerderheid van de docenten komt graag weer naar school om daar les te geven.”