CNV: volledig openen onderwijs is een waardeloos en ridicuul plan
„Waardeloos en ridicuul”, zo typeert CNV Onderwijs het plan van een groep ministers om leerlingen in het voortgezet onderwijs na de meivakantie weer volledig naar school te laten gaan.
„We zitten met slecht geventileerde lokalen die gewoon nog niet op orde zijn. Zodra er coronabesmettingen zijn, en die zijn er met grote regelmaat, moeten met dit plan hele klassen naar huis gestuurd worden. We werken nu met groepjes kinderen, waardoor alleen de groepjes naar huis gestuurd moeten worden. De kinderen zitten nu in een ritme, de docenten zitten nu in een ritme, laat dat zo”, aldus de woordvoerster. „Ga dat niet vervangen met de onzekerheid dat de scholen zogenaamd weer open gaan, want we zullen dan echt zien dat de scholen vaker dicht zijn dan open”, vervolgt ze.
De ministers Wouter Koolmees (Sociale Zaken), Wopke Hoekstra (Financiën) en Bas van ’t Wout (Economische Zaken) hadden het plan om middelbare scholen weer volledig te openen zondag ingebracht in het Catshuisoverleg. Volgens de ministers kunnen achterstanden die leerlingen nu oplopen leiden tot permanente schade.
Het kabinet heeft het OMT om advies gevraagd. Maar dat vindt het nog te vroeg dag om de 1,5 meter op middelbare scholen medio mei los te laten.
Ook de Algemene Onderwijsbond (AOb) kan zich niet vinden in het voorstel van de ministers. „Wij vinden het verantwoord als het OMT het verantwoord vindt. Wij hebben geen verstand van virussen, dat heeft het OMT. Dus doe niks wat tegen het advies van het OMT ingaat, dat is het beste voor de leerlingen, de ouders en de leraren”, zegt een woordvoerder.
Ook de VO-raad vindt volledige heropening direct na de meivakantie, die tot 9 mei duurt, nog te vroeg. De raad wacht liever tot de tweede helft van mei. „Dan zijn de eindexamens afgerond, waardoor meer ruimte op de scholen ontstaat omdat examenleerlingen geen fysiek les meer krijgen”, aldus een woordvoerder. Ook hoopt de raad dat de inzet van zelftests bijdraagt aan een veilige heropening. „Maar daarvan moet het nut eerst nog worden onderzocht.”