De rente staat daarmee op hetzelfde niveau als in Europa. Voor de landen die de euro als munteenheid hebben, bedraagt het belangrijkste rentetarief, de herfinancieringsrente, 2 procent.

Het is de vierde maal sinds eind juni dat de Amerikaanse rente omhooggaat. Eind juni kwam er een einde aan een periode van een jaar waarin de rente op 1 procent heeft gestaan, het laagste peil sinds 1958.

In een toelichting op het rentebesluit liet het beleidsbepalende comité van de centrale banken weten dat de productie in een bescheiden tempo lijkt te groeien ondanks hogere energiekosten. De situatie op de arbeidsmarkt is verbeterd en de inflatie is goed onder controle.

De rentetarieven zijn nog altijd „passend", aldus de verklaring. Het beleidscomité is wat optimistischer dan bij de vorige renteverhoging, toen het liet weten dat de economische groei iets aan vaart leek te winnen en dat de arbeidsmarkt een bescheiden verbetering liet zien.

Het besluit van woensdag kwam niet als een verrassing. Het bestuur van de centrale banken had al enkele malen laten weten dat het de rente geleidelijk zou optrekken. Uit de verklaring van het beleidscomité valt af te leiden dat de rente verder in kleine stappen zal stijgen, zo menen analisten.

Hogere rente geeft aan dat het Amerikaanse centralebankbestuur de economie ziet groeien en niet langer een zeer lage rente nodig acht om de economie te stimuleren. Een aanwijzing voor meer economische groei kwam vorige week in de vorm van Amerikaanse arbeidsmarktcijfers.

In oktober bleken er in de VS 337.000 banen te zijn bijgekomen, het hoogste aantal in zeven maanden. Woensdag werd bekend dat de afgelopen week het aantal nieuwe aanvragen voor een werkloosheidsuitkering minder hard is gestegen dan verwacht.

Analisten zeggen dat de centrale banken erop aansturen de rente naar een ’normaal’ niveau te krijgen. Een tarief van 4 procent wordt neutraal genoemd, dat wil zeggen niet remmend en ook niet stimulerend.

Voor de dollar leverde de renteverhoging geen noemenswaardige koersverandering op. Eerder op de dag had de Amerikaanse munteenheid een dieptepunt bereikt ten opzichte van de euro. De Europese munteenheid kwam voor het eerst op 1,30 euro uit en zakte daarna behoorlijk weg. Na het rentebesluit stond de euro op 1,2890 dollar. Kort daarvoor was dat 1,2880 dollar.

Voor de effectenbeurs in New York had de hogere rente ook vrijwel geen gevolgen. De Dow–Jonesindex stond kort na de bekendmaking op 10.391 punten. Kort ervoor noteerde de beursgraadmeter een stand van 10.402 punten.