Nieuwe rellen in Noord-Ierland ondanks oproep tot kalmte
Ondanks oproepen tot kalmte door de politieke leiders, was het donderdagavond opnieuw onrustig in de Noord-Ierse hoofdstad Belfast. Relschoppers gooiden stenen, vuurwerk en molotovcocktails naar de oproerpolitie, die het waterkanon inzette en de menigte uit elkaar joeg. Een dag eerder was een bus in brand gestoken.
Al dagen zijn er onlusten in Noord-Ierland. Het gaat om spanningen tussen de protestantse pro-Britse gemeenschap en de katholieke republikeinen die zich bij Ierland willen aansluiten. Een van de aanleidingen voor de rellen is het besluit van justitie om republikeinse kopstukken niet te vervolgen voor het schenden van coronaregels. Ook is er bij de Britse loyalisten onvrede over de gevolgen van de brexit voor dit deel van het Verenigd Koninkrijk. Zij voelen zich meer dan ooit van Groot-Brittannië afgesneden door nieuwe controles tussen Noord-Ierland en de rest van het land.
De regering van de verdeelde regio maande eerder donderdag de Noord-Ieren tot kalmte. Na spoedberaad schoven de regeringspartijen hun grote meningsverschillen opzij om eensgezind het geweld van de afgelopen dagen te veroordelen. Ook de Britse premier Johnson riep op tot rust. In ruim een week raakten zeker 55 agenten gewond.
Sommige waarnemers uitten de vrees voor een herhaling van tientallen jaren bloedvergieten tussen de loyalisten en republikeinen, die pas afnam na een vredesdeal in 1998. Het Witte Huis waarschuwde dat dit zogenoemde Goedevrijdagakkoord niet het slachtoffer mag worden van de brexit.