Mensenrechtenhof: land mag vaccinatie verplichten
Landen kunnen hun burgers verplichten zich te laten inenten, oordeelt het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Bijvoorbeeld als zij tot de conclusie komen dat de volksgezondheid dat vraagt.
Het hof in Straatsburg sprak zich uit over de vaccinatieplicht die in Tsjechië geldt. Kinderen moeten daar tegen negen ziektes worden ingeënt. Ouders die weigeren, riskeren een boete. Hun kind mag soms niet naar de kleuterschool.
Mensen hebben in principe recht op „respect voor privé-, familie- en gezinsleven”, stelt het mensenrechtenhof. Maar landen hebben veel ruimte om te beoordelen of het nodig is om dat recht op dit punt wat in te perken. Tsjechië blijft daarbinnen, is de slotsom.
De inentingsplicht kan volgens het hof als noodzakelijk worden beschouwd voor het welzijn van kinderen, en dat moet de doorslag geven. De maatregel is ook geen te zwaar middel met buitensporige gevolgen. Zo kunnen kinderen zonder prik weliswaar niet naar de kleuterschool, maar wel naar de basisschool.
Die uitspraak is belangrijk voor de inentingscampagne tegen het coronavirus, denkt mensenrechtendeskundige Nicolas Hervieu. Het hof schept ruimte voor een eventuele verplichte coronaprik, meent de Franse jurist. Hij wijst erop dat het hof het principe onderschrijft dat van mensen die minder gezondheidsrisico’s lopen, gevraagd kan worden zich te vaccineren om zo kwetsbaren te beschermen. Onder meer Frankrijk volgde de rechtsgang nauwlettend.
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens ziet toe op het Europese mensenrechtenverdrag. Uitspraken gelden voor alle ondertekenaars, ook voor Nederland. Het kabinet heeft steeds gezegd dat de coronaprik vrijwillig moet blijven.