Een knal in de nacht
Rond half drie woensdagmorgen schrok mevrouw Bierens wakker. Vanaf buiten klonk druk gepraat. Straatjochies, dacht ze, en zette haar nachtrust voort.
Pas woensdagmorgen, toen een zoon belde, kreeg de bewoonster van een portiekwoning in de Haagse Jan ten Brinkstraat in de gaten dat haar wijk afgezet was en dat de politie een pand in de nabijgelegen Antheunisstraat belegerde.
Rond half elf woensdagmorgen gingen de toegestroomde toeschouwers op een drafje van het Lorentzplein naar de Allard Piersonlaan. Daar hesen agenten zich in kogelvrije vesten.
In de verte, voor het pand in Antheunisstraat, staat een man met een bivakmuts. „Ik denk dat ze eerst schieten en dan naar binnen gaan”, meent een toeschouwer. „Met deze jongens moet je oppassen.”
Bierens’ dochter Anja daalt met een dienblad vol dampende koppen koffie de trap van haar portiekwoning af om toeschouwers van lafenis te voorzien. Vanaf de straat wordt geroepen: „Met melk en suiker graag.” En een ander: „Voor mij met opgeklopte room.”
Even is er commotie als agenten in kogelvrije vesten positie kiezen op de straathoeken en in portieken. Een ambulance trekt langzaam op richting de Jan ten Brinkstraat. Tegen elf uur ebt de commotie weg en wacht iedereen weer af. Een vrouw, rood krulhaar, barst in snikken uit als twee agenten haar de weg versperren. „Ik moet naar mijn zus”, gilt ze. „Die zit daar helemaal alleen.” De agent maant haar tot kalmte: „Het is voor uw eigen veiligheid.”
Nancy van Dongen kon woensdagmorgen uit het raam net niet zien wat er allemaal gaande was in de Antheunisstraat. Het gezin hoefde de woning niet te verlaten. „Agenten weten dat we in huis zijn. Daarom denk ik dat ik veilig zit, maar ik voel me niet veilig.” Ze heeft spullen, tot zelfs het konijntje toe, klaar staan voor een eventuele evacuatie. De kraanwagen van de brandweer om de hoek van de straat stemt haar niet gerust. „Ik vraag me af waarom die hier staat.”
Ook Van Dongen schrok vannacht wakker door de knal. Ze vroeg zich af „welke idioot er vuurwerk afstak. Buren zeiden dat de politie op de daken ligt, met het geweer in de aanslag.” Volgens haar richt de politie zich op een plek waar onlangs brand was in een hennepkwekerij.
Van Dongens echtgenoot mocht na het uitlaten van de hond niet meer terug naar huis en zwerft wat rond op straat. Het echtpaar woont boven hun vleeswarenfabriek. De deuren bleven vanmorgen dicht. „Mijn man heeft het personeel maar afgebeld.”