Recepten uit de RD-historie: de oliebollen van Dirk den Hartog
In december 1972 las Dirk den Hartog (70) uit Schoonhoven in de krant een recept voor oliebollen. „Dat ga ik eens proberen, zei ik tegen mijn vrouw.” Een familietraditie was geboren.
Honderden oliebollen bakte Den Hartog de achterliggende decennia. Hij stopte ermee toen hij met zijn vrouw naar een appartement verhuisde. „Maar het originele recept is in de familie nog steeds in gebruik. Mijn oudste zoon, Anton (43), heeft de traditie overgenomen. En inmiddels bakt onze jongste zoon ook oliebollen. Ik heb het knipsel voor hen allebei overgeschreven.”
Den Hartog was van huis uit wel gewend om in de keuken bij te springen. „Mijn moeder was geregeld ziek. Dan leer je dat vanzelf. Ik had er ook wel interesse voor.” Maar frituren had hij nog nooit gedaan. Het recept was over de technische details nogal summier. Maar niettemin pakten die eerste oliebollen prima uit. Vanaf dat moment was oliebollen bakken in huize Den Hartog een jaarlijks terugkerende taak voor de heer des huizes.
In de eerste jaren van zijn huwelijk bakte Den Hartog zijn oliebollen op het gasfornuis in de keuken. „Van tevoren haalden we dan de gordijnen weg. En naderhand kon je de hele keuken boenen. Oliebollen bakken zorgt voor veel vetspetters en walm.” In hun tweede huis verhuisde de jaarlijkse oliebollenbakkerij daarom naar de schuur.
Voor het beslag gebruikte Den Hartog regelmatig een plastic teil. „Zo’n kinderbadje, weet je wel. Ik maakte soms het tienvoudige van het originele recept. Dan was ik er wel een dag druk mee en stond ik extra vroeg op om het beslag klaar te maken en te laten rijzen.”
Bij die teil hoort een leuke anekdote. „Zoon Anton was ongeveer 5 jaar toen hij op een keer bij het bakken toe stond te kijken. Op een gegeven moment viel hij, toen hij in die teil wilde kijken. Midden in het beslag.”
Den Hartogs bollen vonden ook buiten de familiekring gretig aftrek. „Ik heb jaren gebakken voor kennissen. Die hadden een meubelzaak aan huis. Hun kinderen vroegen hun moeder of ze oliebollen wilde bakken. Maar zij zei: Dat kan niet. Dan gaat die lucht in al onze meubels zitten. Ik denk dat ik wel een emmer vol oliebollen bij hen afleverde.”
Het enige wat hij aan het recept heeft gewijzigd, is het vet waarin de bollen worden gefrituurd. „Er stond dat je daar frituurvet voor moest gebruiken. Maar ik heb altijd gefrituurd in plantaardige olie. Eerst sla- en later zonnebloemolie.”
Hoe hijzelf het resultaat omschrijft? „Ik zei altijd: Het zijn reformatorische bollen, maar ze liggen niet zwaar op de maag.”
Ingrediënten (ongeveer 12 stuks): 200 g bloem, 1 à 1,5 dl melk, 1 ei, 10 g gist, 100 g krenten en rozijnen, eventueel 1 gesnipperde appel, zout, zonnebloemolie.
Bereiding:
Bedenk hoeveel oliebollen er gebakken moeten worden en vermenigvuldig aan de hand daarvan de hoeveelheden van het recept. Maak een beslag van de bloem, de melk, het ei, de gist en het zout. Meng er de schoongemaakte krenten, rozijnen en de stukjes appel door.
Laat het beslag op een warme plek afgedekt rijzen. Het beslag is klaar als het niet langer omhoog komt, maar bijna begint in te zakken.
Verhit de olie in een frituurpan of gewoon in een grote pan op het vuur. Over de temperatuur is het originele recept nogal kort: vrij heet. Den Hartog adviseert een frituurpan op 180 graden Celsius in te stellen. Wie een gewone pan gebruikt kan met een stukje witbrood controleren of de olie heet genoeg is: als het brood blijft drijven en gelijk bruin begint te kleuren is het goed.
Vorm met 2 lepels bollen van het beslag. Bak ze in de olie gaar en bruin. Keer ze halverwege. Als de olie niet heet genoeg is, wordt de korst dik en hard en worden de oliebollen te vet.
Het originele recept stond in de krant van 22 december 1972.
Naar aanleiding van het 50-jarig jubileum van het Reformatorisch Dagblad vertellen lezers over hun favoriete recept uit de krant.
Deel 6: Oliebollen van Dirk den Hartog.