Treurnis bij ISAF over vertrek Nederlandse Apache
De Internationale Veiligheidsmacht in Afghanistan (ISAF) en de internationale luchthaven van de hoofdstad van Kabul hebben er nu al de smoor in dat Nederland over vier maanden zijn Apache gevechtshelikopters terugtrekt uit het land. „Het lawaai van een Apache is voldoende om alle agressie te stoppen. Zonder dit soort toestellen is het gedaan met de veiligheid van de luchthaven," stelt de IJslandse kolonel Halli Sigurdsson, commandant van de het vliegveld KAIA.
En ook de huidige commandant van het Nederlandse helikopterdetachement, overste Coos Duinhof, is bijna naast zijn schoenen gaan lopen van alle complimenten die hij keer op keer opstrijkt na een inzet van zijn gevechtstoestellen.
De introductie van de Apache door Nederland in maart dit jaar is een doorslaand succes gebleken, en dat niet alleen door zijn enorme gevechtskracht, maar juist door de combinatie van dreiging en geavanceerde waarnemingsapparatuur. In de bijna acht maanden dat de eenheid vanuit KAIA actief is, is er nog geen schot gelost, maar is de veiligheid in Kabul en omgeving sterk toegenomen.
Afghaanse strijders die kwaad in de zin hebben, hebben een heilig ontzag voor de machine. De Apache kan ’s nachts bijna net zo goed zien als overdag en is in staat om verdachte personen ook binnen de ommuring van hun huis te volgen. Voor de grondtroepen van ISAF een enorm voordeel omdat de kans dat zij in een hinderlaag lopen bij een arrestatie–operatie of bij het begeleiden van een konvooi zeer klein is geworden. De komst van de Apache betekende dan ook meer veiligheid voor de troepen en de mogelijkheid de controle over de provincie verder uit te breiden.
Het optreden van de Apache in Afghanistan en in Irak heeft bij Defensie tot nieuwe inzichten geleid over het nut van de moderne helikopter. De vraag naar Nederlandse Apaches, maar ook naar de vliegende vrachtwagen, de Chinook voor vredesoperaties is enorm toegenomen. Voor de hoogste militaire baas van de krijgsmacht, chef defensiestaf generaal Berlijn, reden om volgend jaar voor alle Apachevliegers een time–out in te gelasten van minstens een halfjaar. Pas eind volgend jaar is een nieuwe Nederlandse operatie in Afghanistan weer denkbaar.
Aanleiding is het enorme beroep dat wordt gedaan op de inzet van de gevechtstoestellen in Afghanistan en in Irak. De NAVO die leiding geeft aan ISAF is de laatste tijd „tot het gaatje gegaan" bij het beroep op de Apache, zei minister Kamp van Defensie dinsdag tijdens een bezoek aan zijn manschappen in Kabul.
De inzet van de gevechtshelikopter is in het handboek afgegrendeld op twee min of meer gelijktijdige operaties met een maximale duur van achttien maanden. Twee keer negen of twaalf en zes was de oorspronkelijke gedachte. Maar met de laatste twee operaties is de inzetduur al opgelopen tot 22 maanden.
Wie dacht dat Kamp door het enorme succes van zijn materieel voorgenomen bezuinigingen op de Apache ongedaan zou willen maken, komt bedrogen uit. „Nee, ik ga alle bezuinigingen gewoon uitvoeren," antwoordt hij op vragen van journalisten. Hij heeft het geld van de verkoop van al aangeschafte Apaches nodig om de resterende 24 toestellen nog effectiever te maken.
Maar hij houdt een slag om de arm. Misschien kan er nog een reserve heli aan de vloot van 24 worden toegevoegd. Als dat gebeurt kan hij er overigens nog maar vier van de oorspronkelijke zes toestellen verkopen omdat een Apache in Afghanistan is gecrashed.
Wat er wel gaat gebeuren, is aandacht voor versnelde opleiding van heilikoptervliegers en ruimte maken voor het aannemen van nieuwe vliegers. En dat niet alleen voor de Apache maar ook voor de Chinook, waar Kamp er wel meer van wil hebben. Hij denkt aan vier tot zeven extra toestellen bovenop de dertien Chinooks die de luchtmacht nu al heeft.