Weerwoord: Een liefdesoffer
Elf jaar geleden schreef ik in deze krant een column met de titel ”Geld en Golgotha”. In de lijdensweken wil ik dít thema opnieuw belichten.
Opvallend is dat rond de kruisiging van de Heere Jezus geld en rijkdom zo’n grote rol speelden. In positieve én negatieve zin. Het leert ons hoe wel als christen met bezit en rijkdom moeten omgaan. Een onderwerp dat veel aandacht krijgt in Gods Woord!
Drie evangelisten beschrijven het gastvrije onthaal van de Heere Jezus in het huis van Simon de melaatse te Bethanië (Mattheüs 26, Markus 14, Johannes 12). Daar verschijnt Maria met een kostbaar geschenk. Het is een albasten fles met de (nagenoeg) meest zuivere nardus die te koop was. Een heel pond. De geschatte waarde was ruim 300 penningen, het gemiddelde jaarloon voor een werknemer. Naar onze tijd (wat vrij) vertaald: ruim 30.000 euro. Eerst zalft Maria de voeten, dan het hoofd van Jezus. Omdat het haar niet snel genoeg gaat, breekt ze de dunne hals van de fles eraf. Normaal gebruikte men doeken om de zalf nog goed in te wrijven en af te drogen. Maria echter keurt het fijnste lijnwaad af en gebruikt haar lange haren hiervoor, om te tonen dat zij niet alleen de kostelijke nardus, maar haar eigen lichaam ten dienste van de Heere Jezus wilde stellen. Het is een persoonlijk liefdesoffer.
De nardus had zo’n sterke geur dat de hele eetzaal waar Jezus en de discipelen zich bevonden erdoor werd vervuld. Liefdesoffers voor de Zaligmaker hebben een aangename geur in deze kille wereld. Bovendien bleef de geur gedurende wel meer dan een week aan de voeten en het hoofd van de Heere Jezus ‘kleven’. De nardusgeur ging met Hem mee naar de Olijvenhof, naar de zaal van Kajafas, naar het rechthuis van Pilatus, naar Golgotha en ging zelfs met Hem het graf in. Waar Jezus was, rook je de nardus. En waar Maria was, rook je eveneens de nardus. Zij had immers Jezus’ voeten met haar haren afgedroogd. Het doet ons denken aan de zalving van de Christus en de christen (HC Zondag 12).
Tegenover Maria wordt de persoon van Judas geplaatst. Hij begint volgens het Evangelie van Johannes als eerste het liefdesoffer van Maria te bekritiseren (12:4). Aanvankelijk is een aantal discipelen („sommigen”) het met hem eens (Markus 14:4a). Zij nemen het Maria „zeer kwalijk”. En ten slotte blijken alle discipelen het roerend met Judas eens te zijn. Na verloop van tijd is de sfeer te snijden: „zij vergrimden tegen haar” (Markus 14: 5b). Opvallend is dat Judas vanuit een zeer verwerpelijk motief Maria’s oprechte liefdesoffer afkeurt. Hij doet alsof hij bewogen is met de armen, maar het is puur egoïsme. Hij was de penningmeester (droeg de beurs) en was een dief, merkt Johannes verklarend op (12:6). Blijkbaar wilde hij een deel van de opbrengst voor zichzelf houden. De zonde van egoïsme en gierigheid was mogelijk klein begonnen, maar had zich inmiddels diep in hem geworteld. Uiteindelijk leidt deze zonde tot het verkopen van Jezus voor een slavenprijs (30 zilverlingen). Laten wij letten op het hellende vlak! De gierigheid bracht hem in grote duisternis, uiteindelijk in de eeuwige duisternis. Ook valt ons op dat Judas met zijn commentaar grote invloed heeft op de houding van de andere discipelen, wedergeboren mensen. Zij doorzien Judas’ motieven niet en lopen met hem mee op het uitgezette pad. Zij kiezen de zijde van een notoire dief (en verrader) en zetten Maria weg alsof zij aan geldverspilling heeft gedaan. Bedenk daarbij dat de discipelen met hun harde oordeel het lijden van Jezus verzwaren. Want blijkbaar was Hij het in hun ogen niet waard om met zulke dure nardus gezalfd te worden…
De Rotterdamse ds. Abraham Hellenbroek nodigt uit om Maria’s krachtige voorbeeld te volgen: „Hebt ook zo altijd een hart vol liefde en hoogachting voor de Heere Jezus en Zijn leden hier op aarde. Als gij God en Jezus iets brengt, brengt Hem het kostelijkste, een menigte, veel nardus die geur geeft.” „Die liefdegeur moet elk tot liefde nopen.” Rijk worden in goede werken, noemt Gods Woord dat (1 Timotheüs 6:18).
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente in Dordrecht en bijzonder hoogleraar Kerk, Recht en Samenleving (vanuit RMU) aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Weerwoord gaat in op geloofsvragen. >>rd.nl/weerwoord