Vanaf die dag mogen alle studenten mede door de inzet van sneltesten én zelftesten weer een dag per week fysiek naar hun opleidingsinstituut komen - mits het testen dan goed georganiseerd is. „Het kabinet heeft geluisterd naar de hartenkreten van studenten en universiteiten om meer fysieke ontmoetingen op de universiteit mogelijk te maken”, concludeert voorzitter Pieter Duisenberg van de VSNU. „Dit is goed nieuws voor het welzijn van onze studenten en biedt perspectief richting de start van een normaal collegejaar in augustus.”

Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) is net als de LSVb teleurgesteld over het uitstel. Tegelijkertijd zegt het ISO ook opgelucht te zijn, omdat er „wel zicht is op versoepelingen”. Voorzitter Dahran Çoban: „Het is niet het perspectief dat ons bij de vorige persconferentie is beloofd, maar het kabinet heeft fysiek onderwijs dit collegejaar gelukkig nog niet opgegeven. We moeten nu alle zeilen bijzetten om de beeldschermstudent eind april weer op hogescholen en universiteiten te kunnen verwelkomen.”

Bij de vorige persconferentie stelde het kabinet nog versoepelingen in het hoger onderwijs voor eind maart in het vooruitzicht. Dan moesten de coronacijfers zich wel gunstig ontwikkelen. Dat is niet gebeurd.

Duisenberg zegt dat het testen „geen expertise is” van de universiteiten, maar ze gaan de komende dagen concrete plannen uitwerken.

Ook de Vereniging Hogescholen is positief over het voornemen van het kabinet om vanaf eind april meer mogelijk te maken. „Studenten snakken daarnaar”, reageert voorzitter Maurice Limmen. De organisatie van hbo’s zegt er begrip voor te hebben „dat de verdere openstelling afhankelijk is van de ontwikkeling van de epidemiologische situatie in de komende tijd”.

De inzet van zelftesten juichen de hogescholen ook toe. Hoe dat precies in zijn werk zal gaan, is nog niet duidelijk. „We begrijpen dat het de bedoeling is dat er een service geboden gaat worden aan studenten en docenten”, stelt de vereniging vast. „Dat juichen we toe. Daarbij begrijpen wij het zo dat deze niet gebruikt zullen worden als toegangsbewijs.” De hogescholen gaan met de ministeries van Onderwijs en Volksgezondheid bespreken „hoe we dit allemaal precies gaan organiseren”.