Sturgeon wordt al langer bekritiseerd vanwege de manier waarop ze is omgegaan met de affaire. Dinsdag diende in het parlement een motie van wantrouwen tegen haar, zes weken voor de Schotse verkiezingen. Deze overleefde de premier zoals van tevoren verwacht. Twee derde van de parlementariërs steunde de motie niet.

Sturgeon wordt verweten dat ze tijdens de procedures tegen haar voorganger en partijgenoot met hem in contact bleef over de zaak. Ze zou bovendien al veel eerder op de hoogte zijn geweest van de klachten tegen Salmond dan ze zelf heeft verklaard. Sturgeon en Salmond waren goede vrienden en partijgenoten van de Schotse Nationale Partij, maar ze zijn bittere tegenstanders geworden.

De commissie vindt het hoe dan ook verkeerd dat Sturgeon in die dagen met Salmond bleef praten over de zaak tegen hem. De commissie komt met het oordeel een dag nadat een onafhankelijke onderzoekscommissie juist het tegenovergestelde had geconcludeerd. Die stelde dat Sturgeon het parlement niet heeft voorgelogen en dat haar niets te verwijten valt over de afhandeling van de aanklachten tegen haar voorganger Salmond.

De parlementscommissie boog zich over de manier waarop de regering is omgegaan met klachten over Salmond. Na zijn aftreden in 2014 werd hij beschuldigd van seksueel wangedrag. Meerdere vrouwen zeiden dat Salmond had geprobeerd hen te verkrachten of aan te randen. De oud-premier werd in een slepende strafzaak hier uiteindelijk voor vrijgesproken. De Schotse overheid heeft destijds ook tegen het advies van juristen in grote sommen geld uitgegeven om Salmond toch veroordeeld te krijgen.

Sturgeon weerspreekt alle beschuldigingen en treedt niet af. Ze noemt de parlementaire onderzoekscommissie partijdig.