‘Houthi-rebellen veroorzaakten fatale brand in kamp in Jemen’
De dodelijke brand in een vluchtelingenkamp in Jemen, waarbij tientallen mensen omkwamen, is veroorzaakt door nog „onbekende projectielen” die Houthi-rebellen hebben afgeschoten. Tot die conclusie komt mensenrechtenorganisatie Human Rights Watch, die een aantal overlevenden sprak.
In het kamp in de door de Houthi’s gecontroleerde hoofdstad Sanaa verbleven honderden migranten, voornamelijk Ethiopiërs, toen op 7 maart brand uitbrak. Die dag protesteerden migranten tegen de slechte omstandigheden in het overvolle kamp. Honderden van hen werden daarop door de beveiliging in een loods gedreven, waarna twee projectielen het pand in werden geschoten.
„De migranten zeiden dat het eerste projectiel veel rook veroorzaakte en ze daarvan traan- en brandende ogen kregen. Het tweede, dat de migranten een „bom” noemden, gaf een luide knal en veroorzaakte een brand”, aldus Human Rights Watch. De mensenrechtenorganisatie denkt dat het mogelijk gaat om rookgranaten, traangas of flitsgranaten.
Door de brand raakten ook meer dan 170 mensen gewond. De speciaal VN-gezant voor Jemen, Martin Griffiths, wil dat er een onafhankelijk onderzoek wordt ingesteld naar de oorzaak van de brand, zei hij tegen de VN-Veiligheidsraad.
In Jemen zijn veel jonge Afrikanen die via het door oorlog verscheurde land willen doorreizen naar de rijke Golfstaten. Ze hopen daar een betere toekomst op te bouwen. Het aantal migranten dat deze reis maakt, daalde vorig jaar door de coronapandemie naar 37.500. Een jaar eerder ging het om 138.000 mensen.