Aangifte tegen huurlingenbedrijf Wagner om moord op gevangene
Mensenrechtenorganisaties proberen in Rusland vervolging af te dwingen van huurlingenorganisatie Wagner. Medewerkers van het geheimzinnige bedrijf worden verantwoordelijk gehouden voor het martelen en vermoorden van een gevangene tijdens de burgeroorlog in Syrië.
Het gaat volgens de organisaties uit Syrië, Rusland en Frankrijk om een uniek initiatief. Het zou de eerste keer zijn dat nabestaanden van een vermoorde Syriër proberen om Russische verdachten voor de rechter te krijgen.
De zaak draait om de op video vastgelegde dood van een Syriër. Er doken in 2017 beelden op waarop te zien is hoe de ongewapende man wordt mishandeld door Russisch sprekende mannen in militaire uniformen. Later bleek ook de onthoofding van het slachtoffer te zijn gefilmd. Het is onduidelijk wie de opnames heeft gemaakt.
De mensenrechtenorganisaties stellen dat zeker een van de betrokkenen een medewerker zou zijn van Wagner. Een advocaat van de nabestaanden zegt dat Rusland wettelijk verplicht is om misdrijven te onderzoeken die Russen in het buitenland hebben gepleegd. Een familielid heeft inmiddels aangifte gedaan in Moskou.
Wagner zou actief zijn in tal van conflictgebieden, zoals Libië en Syrië. Het zou in dat laatste land zijn ingeschakeld om de troepen van president Bashar al-Assad te steunen. Die kreeg tijdens de gewapende opstand tegen zijn regime steun van Rusland.
Private militaire organisaties zijn in Rusland eigenlijk verboden. De mensenrechtenorganisaties zeggen dat Wagner feitelijk wordt gecontroleerd door de Russische staat. Ze hebben advocaten ingehuurd om de nabestaanden bij te staan.
De man achter Wagner is naar verluidt de 59-jarige zakenman Jevgeni Prigozjin, bijgenaamd de kok van de Poetin vanwege zijn eerdere werk als cateraar. Hij heeft zelf tegengesproken iets met het huurlingenbedrijf te maken te hebben.