Onderling vertrouwen draagt bij aan vlotte omschakeling naar thuiswerken
Onderling vertrouwen tussen leidinggevenden en medewerkers heeft in het afgelopen jaar bijgedragen aan een vlotte overgang naar thuiswerken. Dat concludeert het Center for People and Buildings (CfPB).
Als het kabinet op 12 maart 2020 de oproep doet aan Nederland om zoveel mogelijk thuis te werken vanwege het coronavirus, wordt daar de volgende dag massaal gehoor aan gegeven. De periode van thuiswerken die dan begint, duurt al een jaar.
Het kenniscentrum CfPB in Delft greep de kans om de effecten van thuiswerken te onderzoeken. Op de top van het onderzoek werkten ruim 41.000 mensen mee aan de studie. De plotselinge verandering naar thuiswerken is best goed gegaan, stelt CfPB-directeur Wim Pullen.„In het begin was het wennen en moest er het nodige worden geregeld. Mensen zijn de mogelijkheden van thuiswerken gaan inzien, al willen de meesten wel terug naar kantoor. Werkenden ervaren voordelen als geen woon-werkverkeer, maar ook nadelen als gemis van persoonlijk, spontaan contact.”
Ondanks het algemene positieve beeld zijn er nog steeds mensen die thuiswerken „drie keer niks” vinden, benadrukt hij. „Die moeten we niet vergeten.” De laatste maanden –met donker, winters weer– is de mentale druk op werkenden wel toegenomen, signaleren de onderzoekers.
De inzet van ICT’ers en facilitair medewerkers verdient lof, zegt Pullen. „Zij hebben in korte tijd van alles geregeld. Mensen waren ook snel vaardig in het omgaan met programma’s voor digitaal overleg zoals Teams.”
Ook een groot vertrouwen tussen leidinggevenden en medewerkers heeft volgens de onderzoekers bijgedragen aan de vlotte overgang. „Het is best heel wat om elkaar vertrouwen te geven zonder elkaar in levende lijve te spreken.”
Gemiddeld genomen verzetten mensen thuis meer werk dan op kantoor, blijkt uit de studie. „Het hoge aantal respondenten dat dit aangaf, verbaasde ons.” De concentratie was goed, ondanks dat bij sommigen ook kleine kinderen thuis waren. De continuïteit van organisaties heeft niet geleden door het werken op afstand. Hoe geschikt thuiswerken is, hangt wel af van het soort werk, nuanceert Pullen.
Volgens Pullen is eens temeer gebleken hoe verschillend mensen zijn. „Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Wij konden geen duidelijke verbanden zien tussen bijvoorbeeld thuissituatie of functie en positieve ervaring met thuiswerken.”
Vast werkritme
„Een grote groep mensen zegt te hebben geleerd om een vast werkritme aan te houden of om meer te bewegen”, zegt Pullen. Zo geven respondenten regelmatig aan dat regelmatig pauzes te nemen of naar buiten te gaan om het hoofd leeg te maken, of anders maar blijven doorwerken. „In het begin zagen we dat mensen meer uren op een dag aan het werk waren dan vroeger op kantoor. De verhouding tussen werken en pauzeren komt de laatste tijd beter in balans.”
Op de laatstgehouden persconferentie van premie Rutte hoorde Nederland niets over thuiswerken. Hoelang de thuiswerkperiode nog aanhoudt, is onzeker. Het CfPB ziet in ieder geval nog genoeg stof voor nader onderzoek: „Hebben werknemers die aan een nieuwe baan zijn begonnen, het gevoel bij een groep te horen?”