Onafhankelijke waarnemers en de regerende sociaal-democratische partij meldden dat maar 26,5 procent van de 1,7 miljoen kiesgerechtigden had gestemd. Daarmee deed het er niet toe hoeveel mensen voor of tegen hebben gestemd. Het referendum zou pas geldig zijn geweest als de opkomst meer dan 50 procent was.

De uitslag is een overwinning voor de regering, die eerder dit jaar een gemeentelijke herindeling doorvoerde waardoor etnische Albanezen in 16 van de 84 districten de overhand kregen. De wet werd in augustus door het parlement aangenomen, als onderdeel van een onder westerse bemiddeling totstandgekomen vredesregeling met etnisch Albanese rebellen.

Macedonische nationalisten probeerden met het referendum de wet ongedaan te maken. Volgens de nationalisten kan de controle van etnische Albanezen over grote delen van het westen leiden tot het uiteenvallen van het land. Kort nadat de stembussen om 19.00 uur waren gesloten, gaven de nationalisten hun nederlaag toe. Toch deed nationalistenleider Nikola Gruevski een beroep op de regering de wet „nog eens te overdenken.”

Het Macedonische Wereldcongres, dat het referendum met een petitie had afgedwongen, beschuldigde de autoriteiten van fraude en kondigde stappen aan bij het hooggerechtshof.

De pro-westerse regering van Macedonië waarschuwde dat intrekking van de wet het in 2001 gesloten vredesakkoord met etnisch Albanese rebellen op losse schroeven zou zetten. Ook de kans op toetreding tot de NAVO en de Europese Unie zou erdoor verkleind worden.

„Macedonië heeft vandaag een krachtige boodschap naar de Europese Unie en de NAVO gestuurd, dat de bevolking van dit land het pad voor de toekomst van dit land kent”, zei minister van Defensie Vlado Buckovski.

Groot-Brittannië, Frankrijk, Albanië en de Macedonische premier Hari Kostov hadden de kiezers opgeroepen het referendum te boycotten. In de overwegend door etnische Albanezen bewoonde gebieden bleven de stemlokalen zondag opvallend leeg. Bij de stembureaus hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan.